Jeugdzorginstelling Schakenbosch ging vanaf 2018 een integrale samenwerking aan met de FACT-teams in de regio Rijnmond. De gemeente Rotterdam vroeg onderzoeksinstituut IVO een onderzoek uit te voeren naar deze samenwerking. Doel is het in kaart brengen van de eerste ervaringen van professionals met de nieuwe werkwijze. De resultaten bieden input voor het tussentijds bijsturen van de werkwijze.

Methoden

We begonnen met een inventarisatie van de beschikbare informatie over het innovatieproject. Vervolgens hielden we semigestructureerde interviews met elf professionals van Schakenbosch en de FACT-teams. De resultaten uit de interviews zijn besproken in een focusgroep met professionals.

Resultaten

De samenwerking bestond in de opstartfase uit het aansluiten van één gedetacheerde medewerker vanuit Schakenbosch bij een FACT-team. De meeste professionals hebben nog weinig ervaring met de samenwerking, maar wel positieve verwachtingen. Van de beoogde doelen van de integrale samenwerking (minder instroom residentiële opnames, verkorte trajecten en verbeterde terugkeer naar huis) is tot nu toe alleen ingezet op de uitstroom. Medewerkers merken het effect van een verbeterde terugkeer van jongeren. De inzet van de FACT-methodiek zorgt voor een soepelere overgang naar huis. Over de intercollegiale samenwerking en wederzijdse uitwisseling van expertise is men overwegend positief. De minder positieve ervaringen van de samenwerking hangen veelal samen met praktische problemen op instellingsniveau.

Aanbevelingen

Aanbevelingen voor het verder vormgeven van de integrale samenwerking zijn:
Voor Schakenbosch en de FACT-teams:

  • Peil de ervaringen ‘op de werkvloer’ voor bottom-up-inzichten over verbetering.
  • Investeer tijd in het wederzijds kennismaken van de medewerkers.
  • Betrek de school van Schakenbosch eerder en faciliteer betere aansluiting met een vervolgschool.
  • Maak de samenwerking minder kwetsbaar door meer medewerkers te betrekken.
  • Bekijk de mogelijkheden om afspraken te combineren en reistijd te beperken.
  • Leer van de ervaringen met andere ambulante teams.

Voor gemeenten in de regio Rijnmond:

  • Zorg dat de uitstroom uit de zorg gelijk loopt met het instroommoment op een vervolgschool; stem dit af met Koers VO[1].
  • Besef dat verkorte trajecten niet altijd mogelijk zijn. Faciliteer langdurige zorg wanneer dit nodig is.
  • Blijf ontwikkelingen volgen en monitoren, intervenieer indien nodig.

[1] Koers VO is een samenwerkingsverband tussen onderwijs, gemeenten, jeugdhulp en ouders. (koersvo.nl)