Al twee maanden dwaalt het artikel ‘Scharrelruimte’ helpt bij aanpak multiproblematiek van Binnenlands Bestuur door mijn hoofd. De strekking? Een ‘Health Impact Bond’ bezorgde de gemeente Den Haag naar schatting een besparing van 1,5 miljoen euro aan maatschappelijke kosten. Door ‘creatief meedenken’ werden problemen doorbroken en hebben 150 multiprobleemgezinnen weer toekomstperspectief. Zorgverzekeraar CZ maakte dit mogelijk door ‘scharrelruimte’ voor hulpverleners van Sociaal Hospitaal voor te financieren. Ofwel: geld om te doen wat nodig is. Zonder protocollen of ‘daar zijn wij niet van’. Zo zorgt het betalen van een autoreparatie ervoor dat kinderen van zo’n multiprobleemgezin niet met een speciale taxi naar hun school voor speciaal onderwijs hoeven. Dat scheelt regelwerk voor gezinnen en veel kosten voor de gemeente. Achterliggende gedachte is dat, wanneer je stressfactoren weghaalt, de gezondheid toeneemt en het beroep op zorg afneemt. Op deze manier blijft de gemeente Den Haag huishoudens met multiproblematiek helpen. Écht helpen, met oplossingen die ook op langere termijn doorwerken.
Zo eenvoudig is het dus. En is dit niet precies waar zoveel hulpverleners nu – te midden van alle transformaties – ruimte voor willen krijgen: je in de leefwereld van mensen bewegen en doen wat écht nodig is? Je focussen op de ‘achterliggende vraag’ in plaats van urenlang bezig zijn met registratie en verantwoording? Een kennis zei eens dat hij op het dieptepunt van zijn leven aanklopte bij de ggz en vervolgens alleen maar verder in de put raakte. “Ik moest alleen maar praten over mijn problemen. Ging de hulpverlener weg, dan dacht ik: ‘Wat een ellende allemaal. Hier is niets positiefs van te maken.’ ” Later leverde de behandeling meer op. De behandelaar zag dat na een relatiebreuk al zijn energie ging naar de chaos in zijn huis. Zij stelde voor te helpen met opruimen. Spullen weggooien. Wekenlang zijn ze hiermee bezig geweest. Zo groeide de rust, het overzicht en het vertrouwen. “Als ik daaraan terugdenk, word ik heel blij”, aldus die kennis.
Waarom gebeurt dit niet vaker? Misschien is het aangaan van een ander soort contact minder eenvoudig dan het lijkt. Juist voor de ‘achterliggende’ problemen schamen mensen zich. Voor hun financiële problemen, leesproblemen, eenzaamheid, verslaving, ‘falen’ op de arbeidsmarkt of op school. Professionals moeten deze lastige onderwerpen op een niet veroordelende manier durven aankaarten. Dat is moeilijk, maar werkt vaak bevrijdend. Ook vraagt het om een sociale infrastructuur in een wijk. Zo blijven mensen, die ondersteuning nodig hebben, niet ongezien.
Het lijkt erop dat ‘scharrelen’ al veel vaker gebeurt dan we denken, maar dat de verantwoordingssystemen simpelweg geen plek bieden om het te vertellen. Of misschien is een hulpverlener bang voor ‘gedoe’ achteraf. Janny Bakker-Klein, bestuurder van Movisie: ‘Het goede gebeurt wél, maar het blijkt erg ingewikkeld om het systeem daarop aan te passen.’ Dit vraagt dus om durf van gemeenten en zorgverzekeraars: ‘scharrelruimte’ kun je niet in standaard handelingen uitdrukken. Verhalen kunnen dit wel. Ruimte om te doen wat nodig is, met een narratieve verantwoording, moet daarom een stevig verankerde plaats in het systeem krijgen. Laten we alvast beginnen met het delen van veel inspirerende verhalen!
Ir. Elske Wits is als onderzoekscoördinator bij het IVO verantwoordelijk voor het initiëren van nieuwe programma’s en het begeleiden van onderzoeks- en praktijkprojecten op landelijk, gemeentelijk, organisatie- en wijkniveau. Deze projecten zijn vaak gericht op vernieuwing en kwaliteitsverbetering in de preventie en aanpak van verslaving en maatschappelijke problematiek. Ze zoekt daarbij telkens een intensieve samenwerking met het veld en verbindt wetenschappelijke kennis met praktijkkennis, en vooral ook met de ervaringskennis van de doelgroep.