In de week van 30 mei kwam het nieuws naar buiten dat de staatssecretaris van Volksgezondheid wil dat er jaarlijks fikse accijnsverhogingen komen op tabak. Dit na (onder andere) onderzoek van de Universiteit Maastricht, waarin we zien dat hogere tabaksprijzen mensen stimuleren om te stoppen met roken. En dat dit vooral werkt voor mensen met een lager inkomen. Geweldig natuurlijk als je ziet dat onderzoek waaraan je hebt meegewerkt zo’n rechtstreekse maatschappelijke impact maakt. En toch geeft dit nieuws mij ook gemengde gevoelens. Moet je een product dat zo verslavend is wel duurder maken, als je de mensen met een tabaksverslaving onvoldoende ondersteunt als ze willen stoppen? Het wringt vooral dat de mensen die zo’n accijnsverhoging het moeilijkst kunnen betalen ook de mensen zijn die vaak niet zonder intensieve ondersteuning kunnen stoppen met roken.
Nu denk je misschien ‘maar we ondersteunen mensen die willen stoppen met roken toch? En die stopondersteuning wordt zelfs vergoed vanuit de basisverzekering?’ Dat klopt, maar we weten ook dat voor veel mensen deze ondersteuning niet voldoende is. Het gemiddelde stoppen-met-rokenprogramma duurt namelijk zo’n 2 of 3 maanden. Terwijl voor mensen met een zwaardere tabaksverslaving vaak wel een jaar lang nazorg nodig is. Bovendien krijg je zo’n programma maximaal één keer per jaar vergoed, maar stoppen met roken is voor velen een proces van vallen en opstaan. Ook is niet in elke gemeente het aanbod van professionele ondersteuning op orde en weet niet elke (huis)arts naar wie ze iemand die meer ondersteuning nodig heeft, kunnen doorverwijzen.
Een tijdje terug spraken we met onze adviesgroep met mensen die van weinig geld moeten rondkomen over roken en tabaksbeleid. Ook bij hen bespeurde ik gemengde gevoelens over het steeds striktere tabaksbeleid. Zij vonden het belangrijk om te voorkomen dat jongeren beginnen met roken. Maar als je als volwassene rookt en niet kan of wil stoppen, dan wordt het je wel heel lastig gemaakt. De adviesgroepleden beschreven hoe de hoge stress van een moeilijk bestaan ervoor zorgt dat je het stoppen met roken er ‘niet bij kan hebben’. Bij mensen met hoge stress door bestaansonzekerheid wordt dan ook aanbevolen om intensievere stopondersteuning te bieden. Hierin is extra aandacht nodig voor omgaan met stressvolle situaties en voor aanvullende hulp bij onderliggende problemen.
Ik ben natuurlijk geen tegenstander van tabaksaccijnsverhogingen, want dit is de meest effectieve maatregel om mensen te stimuleren om te stoppen met roken én om te zorgen dat jongeren niet beginnen. Maar ik vind dat we mensen niet in onmogelijke financiële situaties moeten brengen zonder dat we ze de helpende hand bieden om hieruit te komen. Dus laten we tegelijkertijd ook veel meer doen om mensen (die dat willen!) te ondersteunen bij het stoppen met roken, zo intensief en lang als dat voor hen nodig is.
Prof. dr. Gera Nagelhout is Chief Science Officer bij onderzoeksinstituut IVO en bijzonder hoogleraar Gezondheid en Welzijn van Mensen met een Lagere Sociaaleconomische Positie bij de Universiteit Maastricht.