Mensen die in hun gezin te maken hebben met multiproblematiek leven vaak ongezonder dan de rest van de bevolking. Deze groep beweegt minder, eet minder gezonde voeding en heeft een minder goede ervaren gezondheid. Daarnaast is het sociale netwerk bij deze groep vaak minder groot en ervaren zij meer eenzaamheid. Mensen die zich gezonder voelen, kunnen beter met problemen omgaan en een goed sociaal netwerk kan ingezet worden als hulpbron bij bepaalde problemen. Het stimuleren van een gezondere leefstijl en een beter sociaal netwerk is dus belangrijk bij mensen uit multiprobleemgezinnen. Daarom zou het ideaal zijn als een sociaal werker, die al in het gezin aanwezig is en het vertrouwen van het gezin al gewonnen heeft, de onderwerpen gezonde leefstijl en sociaal netwerk bespreekbaar maakt en mensen doorverwijst als ze hier verdere hulp bij willen. Maar hoe stimuleren we sociaal werkers om dit vaker te doen?

In een studie die ik de afgelopen jaren uitvoerde in de gemeente Apeldoorn, wilden we de ervaren gezondheid van mensen uit multiprobleemgezinnen verbeteren via het sociaal werk. In het projectplan schreven we dat elke sociaal werker uit de interventiegroep motiverende gespreksvoering zou uitvoeren om hun cliënten te stimuleren om gezonder te gaan leven en hun sociale netwerk te verbeteren. Natuurlijk zouden we er rekening mee houden dat eerst de ernstigste problematiek opgelost moest zijn, maar daarna zou elke cliënt door de sociaal werker aangesproken worden op gezond leven en sociaal netwerk. De werkelijkheid bleek minder rooskleurig. De ene sociaal werker deed het wel, de andere niet. Maar niemand sprak structureel elke cliënt aan.

Om erachter te komen wat bevorderende en belemmerende factoren waren voor sociaal werkers om gezonde leefstijl en sociaal netwerk bespreekbaar te maken bij cliënten uit multiprobleemgezinnen, voerden we een kwalitatieve studie uit. Deze studie is onlangs gepubliceerd in het Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen. De belemmerende factoren waren meestal gerelateerd aan de multiprobleemsituatie van de cliënt, waardoor gezonde leefstijl en sociaal netwerk geen prioriteit kregen ten opzichte van urgentere problematiek. Meer over de belemmerende factoren lees je in het artikel. In de rest van deze blog ga ik in op de vier belangrijkste bevorderende factoren omdat hier veel minder over bekend is.

1) Er is een hulpvraag
Sociaal werkers zijn gewend om cliënten te helpen met de problemen waar ze zelf mee komen. Dus als een cliënt zelf aangeeft gezonder te willen leven of het sociaal netwerk te willen verbeteren, dan komt de sociaal werker in actie. Bemoeizorg wordt natuurlijk wel geleverd bij cliënten met multiproblematiek, maar bleek minder gebruikelijk als het om de onderwerpen gezonde leefstijl en sociaal netwerk gaat.

2) Het is een overduidelijk probleem
Als een cliënt duidelijk ongezond leefde of een ernstige leefstijl gerelateerde aandoening had, bespraken sociaal werkers deze onderwerpen wel eens uit zichzelf. Een sociaal werker gaf aan dat het er dan “wel heel dik bovenop moet liggen”. ‘Een beetje’ overgewicht was voor de sociaal werkers dus nog geen reden om gezonde leefstijl te bespreken.

3) Herinneringen werken
Vanuit ons project stuurden we emails en nieuwsbrieven, verspreiden we flyers, hingen we posters op en gaven we updates in teamvergaderingen van sociaal werkers. Sociaal werkers gaven aan dat dit bevorderend werkte om eraan te denken om bij hun cliënten de onderwerpen gezonde leefstijl en sociaal netwerk bespreekbaar te maken.

4) Onderdeel van het proces
Veel sociaal werkers gaven aan dat ze sociaal netwerk altijd bespraken, omdat dit een standaardonderdeel is van hun werkproces. Ze moeten een vakje over het sociaal netwerk invullen in het intakeformulier, het staat in het gezinsplan, in de leefgebieden waar ze mee werken of het stroomschema waar ze gebruik van maken. Als we gezonde leefstijl dus zouden toevoegen als standaardonderdeel van het proces, is de verwachting dat sociaal werkers dit onderwerp gewoon met hun cliënten bespreken.

De coronacrisis maakt duidelijk dat ongezond leven een probleem is, ook als iemand niet uit zichzelf deze hulpvraag stelt. Degenen die vanwege corona opgenomen moeten worden in het ziekenhuis, hebben namelijk veel vaker overgewicht of een leefstijl gerelateerde aandoening. Sociaal werkers én andere professionals doen er goed aan om dit onderwerp te bespreken met cliënten en hulp (of een doorverwijzing) aan te bieden. Om voor elkaar te krijgen dat dit gebeurt, zouden simpele herinneringen voor professionals kunnen werken. Nog beter is als het bespreken van gezonde leefstijl een standaardonderdeel wordt van het werkproces.

Prof. dr. Gera Nagelhout is Chief Science Officer van onderzoeksinstituut IVO en bijzonder hoogleraar bij de Universiteit Maastricht. Haar onderzoek richt zich op gezondheid en welzijn van mensen met een lage sociaaleconomische positie.