State-of-the-art en best practice van methode controle op middelengebruik voor cliënten/patiënten in de reclasseringscontext of ambulante forensische zorg.

Vraag en doelstelling
De inzet van middelencontrole in de reclassering en de forensische GGZ is fors toegenomen doordat vanuit justitie steeds vaker voorwaardelijke sancties worden opgelegd met middelencontrole als bijzondere voorwaarde. Binnen de verschillende organisaties, en zelfs soms binnen één organisatie, worden echter uiteenlopende procedures gevolgd voor het uitvoeren van deze middelencontroles. Dit komt de betrouwbaarheid en integriteit van de controle niet ten goede, waardoor het middel het doel voorbij schiet.

In het verleden is door de forensisch psychiatrische kliniek De Woenselse Poort samen met Diagnostiek Voor U een protocol ontwikkeld voor drugscontroles in de klinische omgeving, waarin de integriteit van de monsterafname een belangrijk element vormde. Dit protocol schiet echter tekort voor de ambulante setting. Ook de drie grote reclasseringsorganisaties (3RO) hebben hun werkwijze rondom alcohol en drugscontroles omschreven. Middelencontrole wordt echter niet alleen binnen de reclassering uitgevoerd, maar ook binnen de ambulante forensische zorg.

In opdracht van het programma Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ) ontwikkelen De Woenselse Poort, Diagnostiek voor U, Novadic-Kentron en het IVO een richtlijn de alcohol- en drugscontroles in de ambulante setting van de reclassering en de forensische psychiatrie te professionaliseren en te standaardiseren.

Opzet van het onderzoek
De uiteindelijke richtlijn wordt gebaseerd op internationaal literatuuronderzoek naar state-of-the-art procedures rondom alcohol- en drugscontroles, een veldverkenning en een pilotonderzoek.

Het literatuuronderzoek richt zich op gangbare laboratoriumtesten en op nieuwe methoden voor middelencontroles en op state-of-the-art internationale reclasseringsprotocollen.

In de veldverkenning worden 6 tot 8 instellingen benaderd die te maken hebben met het uitvoeren van middelencontroles voor een bijzondere voorwaarde. Hiervoor wordt een telefonisch interview afgenomen met een contactpersoon van elk van deze instellingen over het doel van middelencontrole, het gebruik van bestaande protocollen, kwaliteitsindicatoren voor de richtlijn en de integriteit van monsterafname en de interpretatie van de resultaten. Deze informatie wordt verwerkt in de voorlopige richtlijn, die op 9 mei 2016 gepresenteerd wordt.

In de pilotfase testen 4 instellingen de richtlijn. Deze pilot wordt vervolgens geëvalueerd middels een telefonisch interview. De uitkomsten van de evaluatie worden verwerkt in de richtlijn.

Financiers
Programma Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ)

Projectpartners
Novadic Kentron, Diagnostiek Voor U, De Woenselse Poort

Looptijd
December 2015 – Juni 2016

Onderzoekers
Elske Wits (adviseur)
Monica Walhout (onderzoeker)