Samenvatting

Uit het onderzoek komt naar voren dat een klein deel (3,8%) van de leerlingen van groep 7 en 8 van het basisonderwijs en leerlingen van de 1e en 2e klas van het voortgezet onderwijs kenmerken van compulsief internetgebruik vertoont. Deze jongeren hebben moeite hun internetgebruik onder controle te houden, zijn obsessief met het internet bezig en gebruiken het internet als manier om met problemen om te gaan. Zoals verwacht kon worden besteden compulsieve internetgebruikers veel meer tijd aan internet dan niet-compulsieve gebruikers (24,1 vs. 10,5 uur per week). Compulsief internetgebruik lijkt daarbij vooral samen te hangen met het spelen van online games, het gebruik van de MSN messenger en het gebruik van profielsites.

 

Verslaafd aan messenger

Compulsieve internetgebruikers worden verder gekenmerkt door een lager niveau van psychosociaal welbevinden; ze ervaren meer depressieve gevoelens, zijn eenzamer en hebben een negatiever zelfbeeld. Opvallend is verder dat allochtone kinderen en leerlingen van het vmbo vaker kenmerken van compulsief internetgebruik vertonen dan autochtone kinderen en havo- en vwo-leerlingen. Er blijken ook verschillen te bestaan tussen compulsieve en niet-compulsieve internetgebruikers wat betreft het gebruik en de waardering van het gebruik van de MSN messenger. Compulsieve internetgebruikers maken niet alleen meer gebruik van de messenger, ze hebben ook meer waardering voor dit soort communicatie. Ze zeggen vaker dan niet-compulsieve internetgebruikers dat ze via de messenger beter hun gevoelens kunnen uiten en zich meer geaccepteerd voelen. In combinatie met het lagere psychosociale welbevinden zou dit kunnen duiden op een grotere sociale kwetsbaarheid bij compulsieve gebruikers. Het is mogelijk dat deze sociale kwetsbaarheid en de functie die communicatie via internet met name voor deze jongeren lijkt te vervullen, mede ten grondslag ligt aan het ontstaan van een patroon van compulsief internetgebruik bij deze jongeren. Hierover kunnen met meer zekerheid uitspraken gedaan worden na afronding van de 2e meting van de monitor Internet en Jongeren.

 

Vroeg verslaafd

Het huidige onderzoek is één van de eerste onderzoeken dat duidelijk maakt dat ook onder Nederlandse leerlingen compulsief internetgebruik voorkomt. Hoewel slechts een kleine 4% van de internetgebruikende leerlingen serieuze kenmerken van compulsief internetgebruik vertoont, betreft het, door het grote aantal internetgebruikers, toch een grote groep individuen. Als we het percentage doorberekenen naar de totale populatie van Nederlandse leerlingen van groep 7 en 8 van het basisonderwijs en van de 1e en 2e klas van het voortgezet onderwijs, dan betekent dit dat naar schatting ruim 30.000 leerlingen duidelijke kenmerken van compulsief internetgebruik vertonen.

 

Aangezien eerder onderzoek heeft uitgewezen dat compulsief internetgebruik samen kan gaan met een verslechtering van schoolprestaties en een toename van depressieve gevoelens (Eijnden & Vermulst, 2006a) is dit een belangrijke constatering waar, zeker vanuit het perspectief van jeugdzorg en jeugdbeleid, aandacht voor zou dienen te zijn. De vroege adolescentie is immers een belangrijke ontwikkelingsfase die van grote invloed kan zijn op de verdere ontwikkeling van jongeren.


Publicatie

Excessief en compulsief internetgebruik: een kwalitatieve analyse (pdf, 294 KB)


Onderzoekers
Regina van den Eijnden, Tony van Rooij, Gert-Jan Meerkerk