Samenvatting
Naar verwachting zullen verslavingszorginstellingen in toenemende mate met internet gerelateerde verslavingen geconfronteerd gaan worden. Dit onderzoek laat zien dat excessief, maar zeker compulsief internetgebruik qua ernst een serieus te nemen probleem is. Er bestaat op dit moment nog geen specifiek behandelaanbod voor compulsief internetgebruik, terwijl een groot aantal verslavingszorginstellingen wel van mening is dat zo?n behandelaanbod er zou moeten komen.

 

Voor de ontwikkeling van een dergelijk behandelaanbod is allereerst echter meer inzicht in factoren die het compulsieve internetgebruik op individueel niveau bevorderen dan wel remmen noodzakelijk. Het huidige onderzoek draagt bij aan de (tot nu toe beperkte) kennis over relevante psychologische en sociale factoren van de kant van de gebruiker en hun interactie met specifieke kenmerken van de verschillende toepassingen van het internet. Het onderzoek levert daarmee een belangrijke bijdrage aan de theorievorming rond compulsief internetgebruik, met als uiteindelijke doel de ontwikkeling van een theoretisch gedragsmodel van waaruit handvatten kunnen worden afgeleid voor therapeutische interventies.


Onderzoeksmethode

In deze factsheet wordt verslag gedaan van twee deelstudies:

(1) Een dagboekstudie waarin een groep excessieve en compulsieve internetgebruikers een online vragenlijst heeft ingevuld en daarnaast 3 dagen lang een dagboek heeft bijgehouden over het eigen internetgebruik (gedrag, gedachten en gevoelens)

(2) Een dossierstudie waarin de dossiers van een groep cliënten met internetgerelateerde klachten van een tweetal verslavingszorginstellingen zijn geanalyseerd.

 

Resultaten
Het beeld komt naar voren dat internetgerelateerde problemen zelden op zichzelf staan, maar dat er vaak sprake is van een complex van psychosociale problemen. Bij veel excessieve en compulsieve internetgebruikers is sprake van een lage emotionele stabiliteit, een lage zelfwaardering, depressieve klachten en gevoelens van eenzaamheid. Deze groep heeft vaak moeite met het aangaan (en onderhouden) van sociale contacten in het ?echte? leven. Online vinden ze dat vaak gemakkelijker en veiliger en voelen ze zich minder verlegen en geremd. Het betreft vaak mensen met een lage draagkracht en een beperkt repertoire aan mogelijkheden om met problemen om te gaan (copingstrategie). Bij cliënten uit de verslavingszorg blijkt vaak sprake te zijn van emotionele, affectieve en/of fysiek verwaarlozing tijdens de jeugd, waardoor hun persoonlijkheid onvoldoende draagkracht en weerbaarheid heeft kunnen ontwikkelen, met als gevolg dat er bij problemen een passieve en vermijdende copingstrategie wordt gehanteerd. De virtuele werkelijkheid van het internet biedt daarbij de ideale omstandigheden om problemen te ontvluchten in een veiligere, controleerbare, overzichtelijke en hanteerbare wereld. Kortom, excessief en compulsief internetgebruik lijkt voor velen een uiting van, maar ook een vlucht voor een ander onderliggend probleem.

 

Internet wordt door excessieve en compulsieve internetgebruikers dus vaak gebruikt om met problemen en negatieve gevoelens om te gaan. Voor een deel van hen geldt dat deze copingstrategie inderdaad verlichting biedt en negatieve gevoelens kan verminderen. Andere gebruikers lijken zich echter juist slechter te gaan voelen als ze een tijd internetten. Opvallend is dat deze laatste groep vooral bestaat uit compulsieve internetgebruikers. Het gegeven dat met name compulsieve internetgebruikers zich slechter gaan voelen als ze lang online zijn, hangt mogelijk samen met een aantal nadelige psychologische effecten dat wordt gerapporteerd. Het intensieve internetgebruik leidt bij sommigen tot apathie, luiheid en uitstelgedrag en dit levert vervolgens gevoelens van ontevredenheid op. Dit alles duidt er op dat compulsieve internet gebruikers inderdaad de controle over hun internetgebruik kwijt zijn, en zelfs doorgaan met internetten als het ten koste gaat van hun gemoedstoestand.

 

Een aantal compulsieve internetgebruikers onderkent dat ze de controle kwijt is over het internetgebruik. Zo spreken ze bijvoorbeeld van het obsessief of dwangmatig bijhouden van bepaalde zaken op internet, bijvoorbeeld forums of erotische sites. Ze kunnen niet afzien van het internetgebruik omdat ze bang zijn iets te missen, gebruiken het internet voor stemmingsverbetering, zijn er veel tijd mee kwijt die ten koste gaat van belangrijke relaties en bezigheden, en gaan er mee door ondanks inzicht in de negatieve consequenties van hun gedrag. Bovendien achten ze zichzelf vaak niet in staat om het eigen internetgebruik zelfstandig onder controle te krijgen, en bestaat de behoefte aan professionele hulp.

 

Opdrachtgever
St. Volksbond Rotterdam


Publicatie

Excessief en compulsief internetgebruik: een kwalitatieve analyse (pdf, 291 KB)


Onderzoekers

Regina van den Eijnden, Tony van Rooij en Gert-Jan Meerkerk