De laatste jaren is er veel aandacht voor participatie. Dat is een goed teken. Maar op één of andere manier blijft er een drempel bestaan tussen bewoners in verschillende wijken en mensen die aan dat beleid werken. Het zijn gescheiden werelden waarin de ambtenaar op zoek is hoe te participeren in de ‘andere wereld van de wijkbewoners’. Terwijl de bewoners zoeken naar ‘een ingang’ bij de gemeente. Hoog tijd om die drempels weg te halen.
Zuchtend luistert Wendy Broeders, coördinator van een buurtkamer in de Haagse wijk Moerwijk, naar mij als ik de ‘challenge help ambtenaren de drempel over [de wijk in]’ voorlees vanaf mijn telefoon. Iemand aan de tafel vraagt: “Wat is er Wendy? Gaat het goed?” Wendy: “Ja, maar ik ben er zo klaar mee! We zijn gewoon hier toch, we wonen hier gewoon hè.” Iemand aan tafel grapt: “Ja, en jij woont ook inderdaad ongeveer in dit buurthuis, hè Wendy!”
Terwijl ik verder lees wat de ‘challenge’ inhoudt, gaat het gewone leven in het buurthuis in Moerwijk door. Om mij heen staat een aantal mensen te wachten op een gratis ontbijttas. Mensen uit de buurt komen binnen en krijgen koffie aangeboden. Buiten staan een paar buurtbewoners een sigaretje te roken en op het plein lopen mensen met boodschappentassen of met kinderrugzakjes, sommigen met beide. Ik maak plaats door een stoel te pakken en ga bij Wendy aan tafel zitten.
Waar zit die drempel?
Wendy: “Wat is er dan zo moeilijk voor die ambtenaren? De drempel is niet hier bij de wijk, die zit al bij het Spui! [Hoofdvestiging gemeente Den Haag].” Een andere bewoner voegt toe: “En als wij dan een keer iets willen, dan zijn ze niet thuis hoor daar bij de gemeente.”
Als ik later in de tram richting het station rijd, denk ik nog eens na over deze ‘drempels’. Is het waar dat de drempel bij de uitgang van het gemeentehuis zit? En wat of wie veroorzaakt dan deze drempel? Ben ik op weg naar het centrum ondertussen al over ‘de drempel’ getramd? Ik teken voor de grap een drempel in mijn aanteken boekje. Er ontstaat een duidelijke scheidslijn tussen de twee helften van mijn papier…
De drempel versterkt onrechtvaardigheid
Mijn onbeschreven papier is ineens verdeeld. Je zou er zo twee stempels op kunnen plakken: de ene kant ‘de aandachtswijk’ en de andere kant, ja wat eigenlijk, de ‘gewone-wijk’? Maakt deze scheiding misschien juist het probleem groter?
Elkaar niet kennen, zorgt volgens de Amerikaanse hoogleraar filosofie Miranda Fricker voor verschillende problemen. In haar boek ‘Epistemic injustice’ (2007) legt ze zorgvuldig uit wat er gebeurt als sommige kennis minder serieus genomen wordt dan andere. Volgens Fricker heeft dit alles te maken met de vooronderstellingen die elk mens heeft over andere mensen en andere groepen. Deze vooronderstellingen blijven bestaan en van invloed zolang je elkaar niet ziet en niet (er)kent. Ze noemt dit proces ‘epistemische onrechtvaardigheid’, wat betekent dat mensen niet serieus worden genomen als een persoon met kennis.
Daarnaast laat ze zien dat het niet kunnen delen van eigen informatie en kennis ook een vorm van onrechtvaardigheid is. Om hier wat aan te doen zijn er ontelbare uitwisselingen tussen mensen nodig om meer sensitiviteit en gelijkheid te ontwikkelen. Daarvoor moeten mensen vooral bij elkaar zijn en open staan voor elkaar, schrijft Miranda Fricker.
De morele drempel voorbij
Dus in plaats van voor een dichte deur of voor een drempel te staan, zullen we – zowel ambtenaren als buurtbewoners uit verschillende wijken – veel meer inzetten op elkaar ontmoeten en van elkaar leren? Het maakt eigenlijk niet uit waar, maar het liefst zonder agenda’s, fotomomenten, of challenges, maar gewoon een groep mensen bij elkaar met elk hun eigen expertise. Met dat idee gum ik de getekende drempel in mijn boekje vast een beetje uit.
Gelukkig zie ik ook veel goede voorbeelden in verschillende wijken, waaronder in Moerwijk. Waar mensen met verschillende kennis met elkaar aan tafel zitten, samen koffie drinken en elkaar kennen en erkennen. Ik hoop dat ambtenaren en bewoners die goede voorbeelden veel meer als uitgangspositie gaan omarmen.
Ik nodig nog meer mensen die beleid maken en mensen uit alle soorten wijken, van harte uit om eens te kletsen of te helpen in een buurthuis of op andere plekken in de wijk. Laten we allemaal ‘het elkaar kennen en erkennen’ als basis nemen. Genoeg te doen en te leren als je eenmaal die morele drempel bent overgestapt.
Met dank aan Wendy Broeders (coördinator van de buurtkamer HWP10, Moerwijk) voor alle kopjes koffie, goede gesprekken en het mogen opnemen van haar citaten.
Marieke Breed is onderzoeker bij zowel de Haagse Hogeschool als het LUMC. Momenteel werkt ze met verschillende wijk partners aan het project ‘Countering Syndemic Vulnerability’ in Moerwijk, Den Haag. Ze heeft een achtergrond als antropoloog en zorgethica.