‘Grote supermarktketen stopt per 1 januari met de verkoop van tabak’, zo luiden meerdere krantenkoppen eind 2023. Een mooie start van het nieuwe jaar, zou je zeggen, want officieel is de verkoop van tabak door supermarkten pas verboden per 1 juli 2024. Achter dit rookgordijn doemt echter een minder rooskleurig beeld op. Niet aflatend openen supermarkten tabaksspeciaalzaken – het enige toegestane type winkel voor de verkoop van tabak na 2032. Deze verschuiving naar speciaalzaken onderstreept het belang van een vergunningenstelsel voor de verkoop van tabak, een systeem waar Nikita Poole twee jaar geleden al over schreef. Met een vergunningenstelsel kunnen overheden het aantal (nieuwe) tabaksverkooppunten reguleren. Een essentiële maatregel dus voor het terugdringen van tabaksverkooppunten. En dat niet alleen. Het is ook een maatregel die kan bijdragen aan het verkleinen van sociaaleconomische verschillen in roken.

Ondanks dat de rookprevalentie onder de volwassen Nederlandse bevolking al jaren daalt, blijven sociaaleconomische verschillen in rookgedrag zichtbaar. Zo zijn er meer rokende volwassenen onder de praktisch geschoolden dan onder academisch geschoolden. Ook bij jongeren bestaat dit onderscheid; hoe praktischer de opleiding, hoe hoger de rookprevalentie. Een van de risicofactoren die bijdraagt aan deze verschillen is de winkelomgeving.

Uit onderzoek in vier Nederlandse steden bleek dat in armere buurten meer tabakswinkels zijn dan in meer welvarende buurten. Inwoners van die buurten wonen gemiddeld genomen ook dichterbij een tabaksverkooppunt dan inwoners van meer welvarende stadsdelen. Door deze hogere dichtheid en nabijheid van tabakswinkels hebben zij meer kans om blootgesteld te worden aan tabak in de winkelomgeving. Dit geeft niet-rokers een verhoogd risico op roken. Terwijl het voor rokers de kans op een succesvolle stoppoging verkleint. Een oneerlijk en onnodig verschil dat met een vergunningenstelsel kan worden verkleind en zelfs weggenomen.

Naast deze buurtverschillen in de aanwezigheid van tabakswinkels zijn er daadwerkelijke verschillen gemeten in de blootstelling aan tabakswinkels tussen jongeren met verschillende opleidingsniveaus. Vmbo- en havoleerlingen worden 1,6 keer vaker blootgesteld aan tabaksverkooppunten dan leerlingen op het vwo. Dit verschil is nog groter als het gaat om blootstelling aan tabakswinkels rondom school. Het is opvallend dat er niet per definitie meer tabakswinkels in de buurt van vmbo- of havo-scholen zijn dan in de buurt van vwo-scholen. Een mogelijke verklaring voor het verschil in blootstelling zou kunnen liggen in andere beweegpatronen van de groepen jongeren. Vmbo- en havoleerlingen zoeken winkels waar tabak wordt verkocht mogelijk vaker op of zij spenderen hun vrije tijd meer in omgevingen waar tabaksverkooppunten zich bevinden, in de buurt van winkelcentra bijvoorbeeld. Interessante hypothesen voor vervolgonderzoek. Om alle jongeren, en in het bijzonder vmbo- en havoleerlingen, te beschermen tegen roken is het belangrijk tabaksverkooppunten terug te dringen en te weren op plaatsen waar jongeren vaak komen. Wederom goed te realiseren met een vergunningenstelsel voor tabaksverkoop.

Een jaar geleden werd in de Tweede Kamer een motie aangenomen voor een vergunningenstelsel voor tabaksverkoop inclusief bevoegdheden voor gemeenten om het aantal tabaksverkooppunten per wijk te reguleren. Een belangrijke stap voor tabaksontmoediging en het verkleinen van gezondheidsverschillen. Met de nieuwe kabinetsformatie is het afwachten of de motie daadwerkelijk uitgevoerd gaat worden. Hopelijk is het niet opnieuw een rookgordijn. Zal het doek voor de tabaksindustrie langzaamaan vallen?

Tessa van Deelen promoveerde op 17 januari 2024 op onderzoek naar tabaksbeleid in de Nederlandse winkelomgeving. Ze onderzocht verschillen in de tabaksverkoopomgeving tussen steden en landelijke gebieden in Nederland. Ook onderzocht ze de blootstelling van jongeren aan tabaksverkooppunten in relatie tot hun opvattingen over roken. Dit onderzoek werd uitgevoerd door het Amsterdam UMC.