Rotterdam / Tilburg, 1 oktober 2007


Promotie gezondheidswetenschapper Diana Roeg


In de meeste Nederlandse bemoeizorgprogramma’s voor mensen met psychiatrische en/of verslavingsproblemen ontbreekt een helder afgebakende beschrijving van het zorgproduct. Dat concludeert gezondheidswetenschapper Diana Roeg in het proefschrift dat ze op 3 oktober verdedigt aan de Universiteit van Tilburg. Roeg ontwikkelde een instrument voor het in kaart brengen van de bemoeizorg.


 


klik hier voor een samenvatting van het proefschrift


 


De bemoeizorg in Nederland, intensieve zorg aan mensen met complexe verslavings- en/of psychiatrische problemen die moeilijk bereikbaar zijn voor de reguliere hulpverlening, bestaat nog maar een jaar of vijftien. Aangenomen wordt dat deze zorg bijdraagt aan de kwaliteit van leven, maar goed onderzocht is dat nog niet. De grote variatie in de praktijk van de bemoeizorg stond het onderzoek in de weg. Diana Roeg ontwikkelde daarom een meetinstrument voor de beschrijving van deze zorg en bracht de Nederlandse bemoeizorg in kaart. Daarvoor gebruikte ze onder meer interviews met zorgmanagers en hulpverleners en enqu̻tes.



Bemoeizorg is afkomstig uit de Verenigde Staten. Maar waar die zorg in de VS regulier is, wordt hij in Nederland alleen ingezet bij mensen die niet door de zorg bereikt worden. Daarbij gaat het om mensen met complexe psychiatrische of verslavingsproblemen. Meestal komen zij in de bemoeizorg terecht na een melding van overlast of een zorgvraag van derden. Roeg identificeerde 167 bemoeizorgprogramma’s, meestal samenwerkingsverbanden tussen de GGZ en de verslavingszorg. Daar vandaan worden patiÌÇnten doorgaans na een tijdje doorgestuurd naar de reguliere zorg.



Uit de eerste toepassing van het meetinstrument kwam verder naar voren dat het in de meeste bemoeizorgprogramma’s ontbreekt aan een helder afgebakende omschrijving van het zorgproduct. Verder bleek dat de meeste programma’s hoge prioriteit geven aan samenwerking en het opbouwen van relaties met andere instanties zoals maatschappelijk werk, woningbouwcorporaties en politie. Andere kenmerken wisselen per programma, waaronder de opleiding van hulpverleners, de bepaling van de rol van drang (aandringen, verleidingsstrategieÌÇn), of er begrip wordt gekweekt in de wijk en het streven naar klinische effecten zoals medicijngebruik of de afname van drugsgebruik. Het meetinstrument is niet alleen bruikbaar voor onderzoek, maar ook voor de evaluatie en eventuele verbetering van individuele bemoeizorgprogramma’s. Managers en hulpverleners kunnen het bovendien gebruiken om hun eigen programma te beschrijven, bijvoorbeeld voor financiers.


 


Diana Roeg (1978, Amsterdam) studeerde Gezondheidswetenschappen aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Het onderzoek voor haar master’s graad voerde ze uit bij het Trimbos Instituut in Utrecht. Voordat ze aan haar promotieonderzoek begon bij Tranzo, het wetenschappelijk centrum voor transformatie in zorg en welzijn van de Universiteit van Tilburg, werkte ze als onderzoeker bij het IVO in Rotterdam. Sinds juli 2007 werkt ze aan een postdocproject bij Tranzo.


Noot voor de pers
De promotie van Diana Roeg vindt plaats op woensdag 3 oktober, 16.00 uur in de Aula van de UvT, Warandelaan 2.
Titel proefschrift: Measurement of program characteristics of intensive community-based care for persons with complex addiction problems. Promotor: prof. dr. Henk Garretsen, copromotor: dr. Ien van de Goor. Journalisten kunnen een exemplaar van het proefschrift opvragen bij de afdeling Voorlichting en Externe Betrekkingen van de UvT, tel. 013 – 466 2000, e-mail persberichtuvt@uvt.nl . Diana Roeg is bereikbaar op tel. 013 – 466 3521, e-mail d.p.k.roeg@uvt.nl . Persberichten van de UvT staan ook op internet: www.uvt.nl/persberichten/ .