Doel en onderzoeksvragen

Het doel van dit onderzoek is het bestuderen van de rol van impliciete cognities bij een terugval bij alcoholverslaving. Impliciete cognitieve processen zijn relatief automatische manieren waarop mensen informatie verwerken. Een van deze processen is aandachtsbias. Deze overmatige aandacht voor alcohol-gerelateerde stimuli weerspiegelt een verhoogde gevoeligheid voor deze stimuli en is gerelateerd aan terugval. Het is echter nog steeds onduidelijk hoe impliciete processen het drinken van alcohol kunnen opwekken. Dit onderzoek handelt over dit proces en eventuele moderatoren. Capaciteit van het werkgeheugen (working memory capacity; WMC) is een mogelijke moderator. Wanneer de WMC laag is, kan gedrag beter worden voorspeld door impliciete cognities. De WMC is verminderd tijdens stress, een van de belangrijkste voorspellers van terugval. Daarom verwachten we dat stress, en mogelijk negatief affect in het algemeen, een andere moderator is. Impulsiviteit, ook een voorspeller van terugval, is gekoppeld aan de WMC en wordt dus ook gezien als een potentiele moderator.
De globale hypothese is dat abstinente alcoholverslaafde patiënten een grotere kans hebben op terugval wanneer zij cognitief kwetsbaarder zijn: hoog impulsief en angstig, lage WMC en zeer gevoelig voor alcohol-gerelateerde stimuli.

 

Methoden

Het onderzoeksproject bestaat uit vier onderzoeken:
1. Uitgebreid literatuuronderzoek naar potentiele moderatoren en oorzaken van terugval die mogelijk gerelateerd zijn aan impliciete processen.
2. Diepte-interviews met alcoholverslaafde patiënten.
3. Ecological Momentary Assessment studie
4. Ontwikkeling van een screeningsinstrument

 

Onderzoekers

Michelle Snelleman, MSc (onderzoeker, promovenda)
Dr. Tim Schoenmakers (projectleider, co-promotor)
Prof. dr. Dike van de Mheen (promotor)

Op 13 oktober 2017 is Michelle Snelleman op dit onderzoek gepromoveerd.