Roken? Dat doet toch niemand meer, dacht junior onderzoeker Nikita Poole toen hoogleraar Gera Nagelhout haar polste voor een onderzoeksproject over de tabaksindustrie. Ze kwam snel achter het tegendeel: ondanks de horrorpakjes en het negatieve imago telt Nederland nog steeds drie miljoen (volwassen) rokers. Om uit te zoeken en op te tekenen welke hand de tabakslobby hier in heeft, ging onderzoeksinstituut IVO een vruchtbaar huwelijk aan met de onderzoeksjournalisten van The Investigative Desk.

Door: Manou van de Zande

Eerst een overeenkomst: een wetenschapper (onder)zoekt zoveel mogelijk feiten, net als een journalist. Ook die wil in hoog tempo zoveel mogelijk onderste stenen boven krijgen. Dan het eerste verschil. De wetenschapper brengt zo mogelijk álle bevindingen tegelijk in beeld: in een factsheet, in een onderzoeksmatrix, in een peer reviewed artikel. Een journalist daarentegen selecteert: welk feit is de beste opening van het verhaal? Wiens mening is het meest relevant? Met welk zijpad raak ik mijn lezers kwijt?

Elkaar leren kennen

Dr. Marcel Metze, grondlegger en hoofdredacteur van The Investigative Desk, werkt samen met Ties Keyzer en nog twaalf freelance onderzoeksjournalisten. De Desk levert het NTvG – van oorsprong een puur wetenschappelijk tijdschrift – met enige regelmaat onderzoeksjournalistieke artikelen, en werkt op een ander dossier (belastingontwijking) samen met de universiteit van Bath. Metze: “We hebben dus al veel ervaring met de samenwerking van onderzoeksjournalisten en wetenschappers. Een vruchtbare combinatie, maar je moet wel goede afspraken maken. Over taal, over welke werkvormen je gaat gebruiken – je moet elkaar leren kennen.”

Prof. dr. Gera Nagelhout is als bijzonder hoogleraar Gezondheid en Welzijn van Mensen met een Lagere Sociaaleconomische Positie verbonden aan de Universiteit Maastricht en onderzoeksinstituut IVO. Eind 2018 maakten subsidies van gezondheidsfondsen een onderzoek naar de tabaksindustrie mogelijk. “Ik was benieuwd naar de routes die de tabakslobby gebruikt om beleid te beïnvloeden. Ik vermoedde al dat je daar als wetenschapper alleen niet echt achter komt; daar heb je ook een andere insteek bij nodig: een journalistieke.” En zo leerden zij elkaar kennen, en schrijft Nikita Poole tot haar verrassing nu een proefschrift over de tabaksindustrie.

Sterk verdund tabaksakkoord

Voor Nagelhout en Poole is het tabaksdossier interessant vanwege de invloed op de volksgezondheid, voor Keyzer en Metze vanwege de manier waarop Big Tobacco – al decennialang – de politieke besluitvorming beïnvloedt. Ties Keyzer: “Het meest recente Tabaksakkoord is uiteindelijk sterk verdund. De inzet was veel hoger: tabaksproducten zo min mogelijk zichtbaar, veel hogere accijns, veel eerder dan nu pas neutrale verpakkingen… Hoe de tabakslobby een deel van die sterke uitgangspunten heeft weten af te zwakken, hebben wij samen met het IVO zo helder en compleet mogelijk laten zien.”

Niet elkaar ‘worden’

Toch bleven ze in het samenwerkjaar wel bij hun eigen leest, concluderen de partners. Gera Nagelhout: “In het begin had ik een ideaalplaatje: dat wij een beetje onderzoeksjournalist zouden worden, en zij een beetje wetenschapper. Maar het werd elkaar aanvullen, en dat werkt prima. We halen hier het meeste uit als ieder doet wat-ie goed kan, en niet wanneer zij halve wetenschappers worden en wij halve journalisten.” Nikita Poole: “Journalisten doen alles veel sneller dan wij, zij scannen meer, en reageren op het nú. Ze volgen een tip, een aanwijzing, een ingeving. Wij werken volgens vooropgezet model, alles heel precies en afgewogen. Maar juist door taken te verdelen, hebben we elkaars expertise goed benut. Wij de systematiek en analyse, zij de ‘wereldse’ blik – zo kom je tot a broader picture.”

Verhaal zichtbaar maken

Een mooi voorbeeld van kruisbestuiving van wetenschappelijke onderzoekssystematiek en journalistiek graafwerk is hun gezamenlijke analyse van het transparantieregister. “Dat hebben mijn collega Sergio en Nikita in kaart gebracht”, vertelt Keyzer. “Ze hebben alle – of nou ja, ‘alle’ tussen aanhalingstekens dan – interacties tussen tabakslobby en politiek in kaart gebracht. Die zijn openbaar, dus als Philip Morris het Ministerie van Financiën aanschrijft, kun je opvragen welke mail van wie naar wie ging op welke dag. En dan kun je zien dat 14 dagen later die mail waarschijnlijk zorgde voor een wéér iets minder sterk concept van het Tabaksakkoord. Zo’n analyse van het transparantieregister combineren met andere gegevens maakt dus het verhaal beter zichtbaar.”

Interview-frustraties

Het was heus niet allemaal rozengeur en maneschijn – soms frustreerde de een de ander. Neem interviewen. Dat is voor een journalist iets heel anders dan voor een wetenschapper. Gera Nagelhout: “Een journalist kan iemand ondervragen die helemaal niet ondervraagd wil worden, een nummer bellen dat die persoon zélf niet heeft gegeven. Wij wetenschappers moeten veel ‘netter’ te werk gaan – dat zorgde bij Ties nog wel eens voor frustraties.” Keyzer: “Wij zijn erop getraind dat mensen niet altijd zeggen wat in het publiek belang is, maar soms eerder wat in hun eigen belang is.” Misschien kunnen onderzoekers ook zo’n ‘gezond wantrouwen’-antenne gebruiken, oppert hij.

Toch leverde de netheid van het IVO versus de luis-in-de-pels-benadering van de Desk wel wat op, vindt Marcel Metze: “Sommige partijen mijden ons, de pers, liever – maar met het IVO praten ze wel. En ja, dat zijn inderdaad vrij brave gesprekken. Maar wij plegen naar aanleiding van zo’n wetenschappelijk interview allerlei telefoontjes en halen WOB (Wet Openbaarheid van Bestuur)-artikelen boven water. Ties en zijn collega’s Sergio en Tim hebben zo’n veertig mensen gesproken: oud-lobbyisten, politici, ambtenaren… Uit onze verschillende rollen en werkwijzes komen dan de tegenstrijdigheden in verklaringen naar boven, waar wij dan weer op door kunnen vragen. En zo is het contrast tussen ons, wetenschappers en journalisten, winst.”

Overname

Elkaars DNA overnemen is dus niet de bedoeling, maar goede gewoontes wél. Welke? “Ik zou het verhaal-aspect van journalisten willen overnemen”, zegt Nagelhout. “Een verhaal reconstrueren vanuit feiten kan voor ons wetenschappers ook interessant zijn om te doen.” Ook een interessante journalistieke kwestie: neutraliteit. “Zij vonden ons teveel aan de kant van tabaksontmoediging zitten; dat is toch niet neutraal? Nee, eigenlijk niet, maar wij zijn gezondheidswetenschappers, dus onze aanbevelingen gaan inderdaad altijd over hoe je roken kunt ontmoedigen.”
Andersom weet journalist Metze al heel lang wat hij in zijn werk van wetenschappelijke onderzoekers overneemt: “Precisie. Beter nadenken over je vraagstelling, je bewuster zijn van suggestief taalgebruik, en, wat in wetenschap heel gangbaar is: nadenken over bias (onbewuste aannames of vooroordelen, MvdZ). En preciezere bronvermelding dan nu gangbaar is in de journalistiek. Want ook als je snel moet werken – en dat doen journalisten, dat is inherent aan het vak – kun je getraind zijn in die precisie.”

Met elkaar verknoopt

Dit project is nu afgerond, maar ze blijven met elkaar in contact en kijken naar nieuwe mogelijkheden voor projectsubsidies. Zowel Poole en Nagelhout als Metze en Keyzer willen dit soort samenwerkingen graag vaker doen. Om drie kloeke redenen: journalisten worden er beter van, de wetenschap komt dichterbij de mensen, en de samenleving zelf heeft baat bij goed gefundeerde en helder geformuleerde kennis over hoe Big Money, Big Tobacco en Big Politics met elkaar verknoopt zijn.

“Meteen de maatschappij in”
Een van de vijf fondsen die dit project financierden, is KWF Kankerbestrijding. Fleur Huijsman beheert hier de onderzoeksportefeuille met leefstijlprojecten. Dat zijn projecten over bijvoorbeeld voeding en beweging, of stralingsblootstelling. “Alles wat te maken heeft met je eigen gedrag en ongewenste blootstelling van buitenaf. En daarin is tabaksdossier een hele grote. Dat dossier was in de jaren ’00 nog klein, zelfs bij ons. Het was natuurlijk bekend dat roken slecht was, maar zelfs bij ons lag de focus toen nog veel meer op behándelen in plaats van voorkómen van kanker.”

Inmiddels is het dossier uitgegroeid van twee mensen tot een team van ongeveer tien mensen, en heeft het fonds samenwerking gezocht met andere fondsen, zoals het Longfonds en de Hartstichting. KWF voerde meerdere campagnes om onder meer het imago van roken onder jongeren te beïnvloeden, bijvoorbeeld met de campagne ‘roken kan echt niet meer’ uit 2012.

“Zowel wetenschapsartikelen als journalistieke producten maken: de insteek van dit project van het IVO en The Investigative Desk was voor ons ook nieuw. Gera hield ons op de hoogte als de uitkomsten anders waren dan het IVO eerst had bedacht. Maar ook in wetenschappelijk onderzoek verander je soms onderweg van werkwijze, net als in journalistiek. Voor de fondsen is het tot nu toe heel waardevol. Het grote voordeel van het journalistieke accent van dit onderzoeksproject is ook dat de resultaten meteen de maatschappij in worden gestuurd.”

Het onderzoek naar de tabaksindustrie is gefinancierd door het Longfonds, de Hartstichting, KWF Kankerbestrijding, de Trombosestichting en het Diabetes Fonds, en is uitgevoerd door Onderzoeksinstituut IVO en The Investigative Desk.