Vraag- en doelstelling

Stay-a-way is een gedragsinterventie gericht op het verminderen van (problematisch) middelengebruik onder jeugdige delinquenten, met als uiteindelijk doel het voorkomen van recidive. De gedragsinterventie kan extramuraal (buiten de muren van een justitiële inrichting) worden uitgevoerd, in het kader van een leerstraf of gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM).
Het IVO heeft deze interventie samen met Tactus Verslavingszorg ontwikkeld, in opdracht van de Raad voor de Kinderbescherming. De ontwikkeling van deze interventie past in het beleid van het Ministerie van Justitie om effectieve interventies te ontwikkelen en implementeren, interventies die aan strenge eisen voldoen. In 2011 is Stay-a-way volledig erkend door de Erkenningscommissie van Justitie. In 2012 is de implementatie van Stay-a-way gestart en is de instroom goed op gang gekomen.

 

Opzet onderzoek

In totaal zijn vijf handleidingen opgesteld, waarbij de verantwoordelijkheid voor de theoretische onderbouwing en evaluatiehandleiding bij het IVO lag. Hiervoor is een uitgebreide literatuurstudie verricht naar de samenhang tussen middelengebruik en delinquent gedrag, risico- en beschermende factoren voor middelengebruik en delinquent gedrag, en naar effectieve interventies bij de doelgroep.

Opdrachtgever

Raad voor de Kinderbescherming


Onderzoeksteam

Elske Wits, Soenita Ganpat, Tim Schoenmakers, Anke Snoek, Judith Boonstra (Tactus), Rianca den Ouden (Tactus)

Looptijd

Maart 2009 – april 2011