Een flink deel van de groeiende groep Midden- en Oost-Europese werknemers (arbeidsmigranten) in Nederland bevindt zich in een kwetsbare positie. Ze werken en wonen vaak onder gebrekkige omstandigheden. Baanverlies betekent in veel gevallen dat men ook huisvesting en andere regelingen kwijtraakt. Met daarbij de vaak gebrekkige kennis van de Engelse of Nederlandse taal en wet- en regelgeving is het risico op dakloosheid en (ernstigere) psychische- en verslavingsproblematiek relatief hoog. Signalen uit onder meer de vier grote steden bevestigen de zorgen om deze groep.
Dit was de aanleiding voor Onderzoeksinstituut IVO en Stichting Barka om een onderzoek te initiëren naar de problematiek en ondersteuning van deze doelgroep, gesteund door drie ministeries, zes gemeenten en Stichting Volksbond Rotterdam. Het onderzoek richtte zich op de meest kwetsbare Midden- en Oost-Europese werknemers die overwegend dakloos zijn. Met dit onderzoek dragen we bij aan de kennis over de groep Midden- en Oost-Europese werknemers in kwetsbare posities en aan oplossingsrichtingen voor preventie en het terugdringen van dakloosheid en verslaving onder deze groep.
Erratum
Helaas zijn er in het rapport fouten geslopen.
Pagina 20 onder 2.1.1 De totale groep werknemers in Nederland uit de EU:
- Niet 1,1 miljoen, maar 891.840 mensen uit andere EU-landen verbleven in 2019 in Nederland
- 501.420 mensen uit de EU11-landen verbleven in 2019 in Nederland
- Van deze ruim 500.000 hadden 348.360 een baan (loondienst + zzp’ers) (=69%)
- Geen baan (ook studenten): 139.300 (=28%)
- 230.990 uit Polen met baan (=66% van alle mensen uit de 11 nieuwe EU-lidstaten met een baan)
- 52.460 uit Roemenië met baan (=15% van alle mensen uit de 11 nieuwe EU-lidstaten met een baan)
- 32.040 uit Bulgarije met baan (=9% van alle mensen uit de 11 nieuwe EU-lidstaten met een baan)