Auteurs: Elsbet Lodenstein, Laura van Duin, Elske Wits, Gera Nagelhout

In opdracht van de GGD Amsterdam en Jellinek Preventie bracht Onderzoeksinstituut IVO in kaart wat er op vmbo-scholen in Amsterdam speelt rond het thema middelengebruik en gokken, welke uitdagingen scholen ervaren in de preventie en aanpak van middelengebruik en gokken en welke behoeften scholen hebben aan ondersteuning van hun preventiebeleid- en praktijk. Centraal stond de vraag wat scholen met vmbo basis/kader klassen nodig hebben.

Door interviews met 18 schoolmedewerkers (docenten, mentoren, leerlingbegeleiders, zorg- en veiligheidsmedewerkers) en jongerenwerkers en interviews en focusgroepdiscussies met 15 leerlingen, achterhaalden we ervaringen en behoeften ten aanzien van de vier pijlers van Helder op School (beleid, signalering, educatie en schoolomgeving).

Conclusie

Schoolmedewerkers geven weinig prioriteit aan de preventie van middelengebruik en gokken, omdat ze bij hun leerlingen weinig problemen met middelengebruik en gokken zien. Er spelen andere urgente problemen en er zijn weinig mogelijkheden vanwege personeelstekort en verloop van personeel. GGD Amsterdam en Jellinek Preventie kunnen desalniettemin scholen benaderen om aan de in deze studie geïdentificeerde behoeften tegemoet te komen door maatwerk aan te bieden. Scholen hebben vooral behoefte aan ondersteuning bij hun al bestaande activiteiten, en een deel van de leerlingen heeft behoefte aan meer voorlichting en zorg. Hoewel gokken ogenschijnlijk niet speelt, vereist het aandacht in het preventieaanbod, te beginnen bij bewustwording onder schoolmedewerkers over gokken en risico’s voor jongeren.

Aanbevelingen

De aanbevelingen voor een passend preventieaanbod bouwen voort op de geïdentificeerde behoeften . Drie aandachtspunten voor de benadering van vmbo b/k scholen staan daarbij centraal:

  1. Begin met een verkenning en duiding van de problematiek, de verbinding van preventie met de schoolvisie en met identificeren wat al goed gaat; dit verschilt per school.
  2. Bied ondersteuning door één vaste preventiewerker die optreedt als sparringpartner;
  3. Houd het preventieaanbod licht en laagdrempelig.

Voorgestelde aanpassingen zijn, onder andere, het vervangen van trainingen door informatietools en makkelijke toegang tot een preventiewerker; middelengebruik en gokken niet (alleen) als een losstaand thema beschouwen, maar het helpen integreren in andere onderwerpen, vakken en vormen van deskundigheidsbevordering; het versterken van selectieve preventie en het ontwikkelen van cultuur-sensitieve voorlichting aan leerlingen en het voortzetten van samenwerking met jongerenwerk.