Achtergrond
Het experimenteren met e-sigaretten is populair onder jongeren. In Nederland en België heeft 1 op de 4 jongeren wel eens een e-sigaret gebruik. Ter vergelijking: het aantal jongeren dat ooit tabak heeft gerookt is iets minder dan 1 op de 5. Ondanks dat e-sigarettengebruik een stuk minder schadelijk is dan het roken van tabak, zijn er zorgen over e-sigarettengebruik onder jongeren. Mogelijk trekken e-sigaretten een ander type jongere aan: zij die anders waarschijnlijk geen verslavende middelen (zoals tabak of drugs) zouden gebruiken. Om deze hypothese te onderzoeken, analyseerden we in hoeverre adolescente gebruikers van e-sigaretten kenmerken hebben die verband houden met een verhoogd risico op middelengebruik.
Methode
In 2018 verzamelden we data van 2.794 middelbare scholieren op 10 scholen in verschillende plekken in Nederland en België (leeftijd 10–18 jaar). We onderzochten verschillen in kenmerken en gedrag tussen e-sigaretten ooit-gebruikers en nooit-gebruikers, en tussen voormalige gebruikers en huidige gebruikers. We onderzochten ook verschillen tussen leerlingen op basis van gebruik van smaakjes en nicotine in e-sigaretten.
Resultaten
Vergeleken met nooit-gebruikers hadden gebruikers van e-sigaretten meer kenmerken die in de literatuur geassocieerd worden met middelengebruik. Zij waren vaker jongens, ouder en lager opgeleid. Ze hadden een niet-Nederlandse of niet-Belgische etniciteit, rapporteerden meer tabaksgebruik, hadden meer rokende gezinsleden of familie met problematisch middelengebruik, meer rokende vrienden, meer depressieve symptomen, meer impulsiviteit, meer delinquent gedrag. Ze waren vatbaarder voor roken, hadden positievere rookverwachtingen en gebruikten vaker drugs of alcohol. Gebruikers van e-sigaretten zonder tabakssmaak en e-sigaretten zonder nicotine hadden minder kenmerken waarvan bekend is dat ze verband houden met een verhoogd risico op middelengebruik, vergeleken met gebruikers van e-sigaretten met tabakssmaak en e-sigaretten met nicotine.
Conclusie
Jongeren die e-sigaretten gebruiken lijken meer op jongeren die experimenteren met verslavende middelen, vergeleken met niet-gebruikers van e-sigaretten. Gebruikers van e-sigaretten waren dus anders waarschijnlijk ook middelen gaan gebruiken, ongeacht of ze eerst een e-sigaret gebruikten. Dit geldt mogelijk niet voor alle soorten e-sigaretten, aangezien gebruikers van e-sigaretten zonder nicotine of met non-tabak smaken minder op jongeren lijken die meer kans hebben om middelen gebruiken.