Aanleiding en doelstelling
Uit recent onderzoek blijkt dat jongeren sneller afhankelijk raken dan volwassenen. Daarnaast zijn jongeren eerder onder invloed, eerder afhankelijk en lopen ze meer risico op hersenbeschadiging wat in het ontwikkelingstraject grotere schade met zich meebrengt dan bij volwassenen. Cijfers laten zien dat middelengebruik in de jongste doelgroep van de reclassering veel voorkomt en dat delinquent gedrag en middelenproblematiek veel samengaan onder jeugdigen. Dit besef heeft ertoe geleid dat de ontwikkeling van behandel- en begeleidingsmethoden bij jeugdigen met middelenproblematiek in een stroomversnelling is gekomen. Ook binnen de verslavingsreclassering staan risicojongeren (jeugdigen met middelenproblematiek en delinquent gedrag) volop in de aandacht, mede vanwege de komst van het adolescentenstrafrecht en de decentralisering van de jeugdzorg. De Stichting Verslavingsreclassering GGZ (SVG), waarin de elf verslavingszorginstellingen met een reclasseringserkenning verenigd zijn, wil haar deskundigheid en werkwijze beter inrichten voor jongvolwassenen (JOVO’s) en adolescenten in de leeftijdsfase van 16 tot en met 22 jaar. Het IVO heeft in 2012 een inventarisatie uitgevoerd van het huidige aanbod van de verslavingsreclassering voor jongvolwassenen (JOVO’s). Daarnaast is onderzocht in welke richting het aanbod van de verslavingsreclassering voor deze doelgroep zich zou moeten ontwikkelen, gezien de problematiek van de doelgroep, de geconstateerde lacunes en de behoefte van ketenpartners.
Opzet onderzoek
De inventarisatie van het SVG-aanbod is onderdeel van het bredere project “Middelpunt” dat door de SVG wordt uitgevoerd. De inventarisatie van het SVG-aanbod is uitgevoerd door middel van telefonische interviews met 1 à 2 vertegenwoordigers van iedere SVG-lidinstelling. Daarbij was specifiek aandacht voor de systeemaanpak en de benodigde vaardigheden en kennis van de (reclasserings ) werker, omdat beide belangrijk zijn voor het succesvol werken met deze doelgroep. Daarnaast zijn 8 à 10 interviews uitgevoerd met ketenpartners van de SVG. Hiervoor is contact opgenomen met professionals op het gebied van jeugd(delinquentie) en middelengebruik bij deze ketenpartners. De uitkomsten van de inventarisatie zijn besproken (en eventueel aangevuld) met vertegenwoordigers van de verschillende SVG-lidinstellingen.
Resultaten
In de rapportage is uitgebreid stilgestaan bij aard en omvang van middelenproblematiek bij jongeren met delinquent gedrag. Vervolgens is het huidige aanbod van de verslavingsreclassering voor deze doelgroep beschreven. Gebleken is dat er nog weinig specifiek voor JOVO’s ontwikkelde, bewezen effectieve werkwijzen zijn. Wel zijn er verschillende veelbelovende methodieken en interventies beschikbaar, zoals Wraparound care en Stay-a-way. Ketenpartners zoals politie, Openbaar Ministerie en de Raad voor de Kinderbescherming hebben met name behoefte aan meer kennis over middelen en het herkennen van middelenproblematiek. SVG zou hierbij een rol kunnen hebben. Vervolgens is een gewenst toekomstig aanbod van de verslavingsreclassering geschetst. Aanbevolen wordt om mogelijkheden te verkennen voor interventies en werkwijzen op het grensgebied van justitiële en niet-justitiële kaders. Hiervoor is het nodig dat ketenpartners voldoende kennis hebben van middelenproblematiek om die tijdig te herkennen en te weten hoe en wanneer hulp en expertise van de verslavingsreclassering kan worden ingeschakeld. De verslavingsreclassering zou daartoe in afstemming met de verslavingszorg en -preventie een aanbod voor deskundigheidsbevordering bij ketenpartners kunnen ontwikkelen. Ook het doorontwikkelen van bestaande interventies is nodig, zodat deze aansluiten bij de doelgroep van 16 – 23 jaar.
Opdrachtgever
Stichting Verslavingsreclassering GGZ (SVG)
Onderzoekers
Vandhana Choenni, MSc (junior onderzoeker), Laura van Duin MSc (junior onderzoeker) en Ir. Elske Wits (projectleider).
Looptijd
april 2012 – oktober 2012