Onlangs schreef Jeroen Geurts, voorzitter van ZonMw, een aanstekelijk pleidooi in de NRC voor meer generalisten in de wetenschap. Hij stelt dat verbinding tussen verschillende wetenschappelijke disciplines hoog nodig is om een antwoord te bieden op de maatschappelijke vraagstukken van de toekomst. Denk aan dementie, kanker en hart- en vaatziekten, maar ook aan de plastic soep en toenemende onvrede en tegenstellingen in de samenleving.
Juist ook in de zorg ziet Geurts behoefte aan deze verbinding. Wanneer de verschillende specialismen elkaar beter vinden, landt innovatie sneller in de spreekkamer. Maar, vraagt Geurts zich af, hebben we hiervoor wel de benodigde generalistische verbinders? De voorzitter wil deze nieuwe, verbindende competentie bij veel meer onderzoekers zien en deze mensen moeten de komende jaren worden opgeleid. Maar is dat wel nodig?
In onderzoek naar gezondheid, leefstijl en zorg wordt al vele decennia onderzoek verricht waarbij verschillende vakgebieden en verschillende onderzoekers zijn betrokken. Breed georiënteerde opleidingen zijn bijvoorbeeld te vinden bij Wageningen University & Research, waar ik zelf de studie Voeding en Gezondheid volgde. Hier kreeg ik een combinatie van biologie en medische vakken (inclusief de werking van de hersenen in relatie tot gezondheid en gedrag), chemie, statistiek en epidemiologie, sociologie, psychologie en communicatie. Met ook een stevige module wetenschapsfilosofie.
Bij het onderzoek dat door het IVO wordt uitgevoerd, komt mijn brede basis nog steeds uitstekend van pas. De maatschappelijke vraagstukken waar wij ons op richten – welzijn, zorg en verslaving bij sociaal kwetsbare groepen – laten zich niet begrijpen vanuit een enkel vakgebied. Verslaving is een goed voorbeeld van een onderwerp dat je vanuit verschillende invalshoeken moet benaderen om vooruit te komen. Neurobiologisch en neuropsychologisch onderzoek geven veel inzicht in bijvoorbeeld de werking van medicatie en de manier waarop een terugval in verslaving wordt getriggerd. Maar daarnaast is real life psychologisch onderzoek naar het herstellen van een verslaving onmisbaar om te ontdekken welke factoren in het dagelijks leven hierbij betrokken zijn.
Het Nationaal Preventieakkoord focust onder meer op het terugdringen van het gebruik van alcohol en tabak, om zodoende flinke stappen te maken in het verbeteren van onze gezondheid. Hiervoor zijn allerlei takken van sport in de wetenschap hard nodig. Ik kan me helemaal vinden in het pleidooi van Geurts voor meer generalistische verbinders. Maar of ze echt zo zeldzaam zijn? Gelukkig niet. Ik zie dagelijks het bewijs als ik met collega’s en samenwerkingspartners werk aan maatschappelijke vraagstukken. Laten we hier vooral mee doorgaan en nog meer verbinden ten behoeve van de gezondheid van sociaal kwetsbare groepen in Nederland.
Ir. Elske Wits is als onderzoekscoördinator bij het IVO verantwoordelijk voor het initiëren van nieuwe programma’s en het begeleiden van onderzoeks- en praktijkprojecten op landelijk, gemeentelijk, organisatie- en wijkniveau. Deze projecten zijn vaak gericht op vernieuwing en kwaliteitsverbetering in de preventie en aanpak van verslaving en maatschappelijke problematiek. Ze zoekt daarbij telkens een intensieve samenwerking met het veld en verbindt wetenschappelijke kennis met praktijkkennis, en vooral ook met de ervaringskennis van de doelgroep.