Vraag- en doelstelling

De laatste jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor de kwaliteit en de effectiviteit van de jeugdzorg. Dit geldt ook voor de gesloten jeugdzorg (JeugdzorgPlus). Om de effectiviteit van de zorgverlening in de gesloten jeugdzorg inzichtelijk te maken is, door het Ministerie van VWS, Jeugdzorg Nederland en de JeugdzorgPlus instellingen de monitor JeugdzorgPlus ontwikkeld.

De monitor JeugdzorgPlus kent drie meetmomenten: wanneer jongeren worden geplaatst, wanneer zij uitstromen en zes maanden na uitstroom. Doel van de Monitor JeugdzorgPlus is meer inzicht krijgen in het resultaat van begeleiding en behandeling. De follow-up meting, zes maanden na verblijf in JeugdzorgPlus, is daarom belangrijk.  Maar de follow-up meeting kent een hoge non-respons. In deze verdiepende studie wordt nagegaan waar deze hoge non-respons door wordt verklaard. Er zijn twee hypotheses: het ligt aan de jongeren die na uitstroom moeilijk bereikbaar zijn en geen zin hebben om vragen over hun periode in geslotenheid te beantwoorden. De andere hypothese veronderstelt dat de manier waarop JeugdzorgPlus instellingen de follow-up meting hebben georganiseerd de lage respons verklaart. Sinds 2015 financieren de gemeenten JeugdzorgPlus. Daarom wordt er explorerend bij twee ‘clusters’ van JeugdzorgPlus instellingen en gemeenten (of inkoopregio’s) nagegaan welke bijdrage gemeenten zouden kunnen leveren bij het verzamelen van follow-up gegevens. Aanname is dat gemeenten en JeugdzorgPlus instellingen een gedeeld belang hebben bij het verzamelen van deze gegevens.

Aanpak

In deze studie worden deze verklaringen onderzocht door analyse van de monitorgegevens en door gesprekken met medewerkers van JeugdzorgPlus en gemeenten. In de monitor wordt nagegaan welke variabelen samenhangen met de respons bij de follow-up meting. Bij twee JeugdzorgPlus instellingen worden interviews gehouden met verantwoordelijken voor de monitor en bij de corresponderende gemeenten worden medewerkers geïnterviewd die betrokken zijn bij de evaluatie en verantwoording van de resultaten van JeugdzorgPlus instellingen.

Er worden telefonische interviews gehouden met medewerkers van JeugdzorgPlus instellingen die zijn betrokken bij de gegevensverzameling voor de follow-up. De vraagstelling in deze interviews concentreert zich op de vraag hoe de organisatie van de gegevensverzameling een verklaring biedt voor de gevonden responscijfers van de betreffende instelling.

In dit onderzoeksproject wordt samengewerkt met twee JeugdzorgPlus instellingen en hun corresponderende gemeenten of inkoopregio’s: met Parlan (onderdeel Transferium) in Heerhugowaard en met Horizon in Rotterdam.

Financier

ZonMw

Looptijd

Januari 2017 – januari 2018

Onderzoeksteam

Cas Barendregt (onderzoeker)

Elske Wits (projectleider)