Steeds meer wordt de wijk het niveau waar zorg in een vroeg stadium en ‘dicht bij huis’ wordt georganiseerd, in aansluiting op het welzijnswerk en informele netwerken in de wijk. Om doelmatig te werken zullen lokaal prioriteiten moeten worden gesteld. Hiervoor zijn gegevens nodig: niet alleen de ‘harde’ gegevens over bijvoorbeeld bevolkingssamenstelling en zorggebruik, maar ook over de zaken die in de wijk – door bewoners, lokale ondernemers, professionals in zorg en welzijn – als belangrijk worden ervaren. Lokale monitor- en registratiegegevens tonen immers maar een deel van de werkelijkheid: ze zeggen niets over het functioneren van formele en informele lokale netwerken om bij aan te haken en de gegevens zijn vaak niet helemaal actueel.
Het IVO biedt een methodiek van kleinschalige wijkonderzoeken aan waarbij een onderzoeker in 4 à 5 maanden tijd samen met ‘zorgprofessionals’ de lokale problematiek in kaart brengt. Daarbij bespreken zij met lokale stakeholders deze problematiek, en wordt nagedacht over een geschikte aanpak. Een interviewer van het IVO verzamelt samen met twee zorgprofessionals de benodigde informatie, onder meer via bewoners, ondernemers en wijkprofessionals. Deze zorgprofessionals werken bij zorg- of welzijnsorganisaties die in de wijk actief zijn, of gaan worden. Wij noemen deze werkwijze ‘Wijkscan Plus’. Het resultaat is namelijk niet alleen een rapportage met een analyse van de kenmerken van de wijk zoals gangbaar is in een wijkscan, maar er worden ook ‘zachte’ gegevens verzameld. Ook wordt een lokaal netwerk opgebouwd dat na het onderzoek betrokken blijft bij de wijkaanpak.
Resultaat
Wijkscan Plus: lokaal gedragen preventie van middelengebruik onder kwetsbare jongeren (Pdf)