“Onderzoek naar sociaal kwetsbare groepen” is het eerste dat je leest op de IVO-website. En daar zijn we goed in, deels omdat we daar persoonlijke betrokkenheid bij voelen. We vinden het belangrijk om ‘hen’ een stem te geven. En om inzichtelijk te maken hoe complex en veelzijdig het leven kan zijn in een kwetsbare situatie. Het was dus goed aan ons besteed toen de gemeente Utrecht ons vroeg om onderzoek te doen naar de situaties en ervaringen van sekswerkers rondom de sluiting van tippelzone De Baan aan de Europalaan.

Na 30 jaar sloot de gemeente deze veilige en voor velen fijne sekswerkplek. Toen we het onderzoek startten hoopten we dat het ook helpend zou zijn voor de sekswerkers. Enerzijds om de hulpverlening die gemeente hen bood te verbeteren. Maar ook merk ik vaak dat mensen het fijn vinden om hun verhaal te doen bij iemand die echt luistert. En via ons onderzoek kon dat verhaal ook elders gehoord worden.

Misschien was ik een beetje naïef, maar de sekswerkers waren wel genoeg “gehoord”. Een legio aan hulpverleners, journalisten, ambtenaren en de wethouder gingen ons al voor. En eigenlijk wilden de meeste sekswerkers maar één ding: dat ze op een veilige plek konden blijven tippelen. En juist dat zat er niet in. Daarom stonden ze nu niet meer om ons onderzoek te springen. “Ik heb m’n verhaal al vaak genoeg verteld en het heeft toch geen effect”, zei een vrouw ons op de eerste avond.

Uiteindelijk konden we een groot deel van de sekswerkers bewegen om mee te doen aan ons onderzoek. We informeerden hen via verschillende kanalen over het onderzoek en hingen een aantal avonden rond op de tippelzone. Een tijdrovende, maar belonende klus. Het onderzoek is voor ons geslaagd; het geeft een eerlijk en rijk beeld van de verschillende levenssituaties en hulpbehoeften die zijn ontstaan rondom de sluiting.

Maar toch aarzel ik om de resultaten terug te koppelen naar de sekswerkers die deelnamen. Ik twijfel of de onderzoeksvragen wel relevant voor hen zijn. Onze opdrachtgever (de gemeente) was bijvoorbeeld geïnteresseerd in de hulpbehoeften van de sekswerkers rondom de sluiting: wat kunnen zij (nog meer) inzetten? Indirect levert dat de sekswerkers natuurlijk iets op. Bijvoorbeeld wanneer ze beter passende ondersteuning kunnen krijgen. Maar met welke vragen zitten zij zelf? En geven we daar wel antwoord op met ons onderzoek?

In mijn onderzoek naar herstel bij drugsverslaving constateerde ik iets vergelijkbaars: er is vooral veel onderzoek naar wat professionals kunnen doen voor iemand met een drugsverslaving en veel minder naar de vragen waar herstellende mensen zelf mee worstelen. In dat onderzoek focussen wij juist wel op dat laatste en deel ik regelmatig (zonder aarzeling) de resultaten met de deelnemers.

Dat zou ik graag vaker doen. Ik neem me in ieder geval voor om bij elk onderzoek nog meer stil te staan bij de vragen die de doelgroep zelf heeft. Zo kan ervaringskennis kennisontwikkeling en besluitvorming beter voeden. Bovendien kunnen wij als IVO hen dan echt een stem geven.

Bekijk het onderzoekrapport en onze factsheet “Wanneer je Baan er niet meer is: Situaties en behoeften van sekswerkers rond de sluiting van de Utrechtse tippelzone”.

Thomas Martinelli is medior onderzoeker en promovendus bij het IVO. Hij is antropoloog en criminoloog, gespecialiseerd in kwalitatief veldonderzoek. Stigma en herstel bij (drugs)verslaving vormen de focus bij zijn promotieonderzoek Recovery Pathways.