Slaapmiddelen, antidepressiva en zware pijnstillers: drie soorten medicijnen voor drie verschillende problemen. Toch hebben ze ook wat gemeen, namelijk dat het aantal langdurige gebruikers inmiddels veel groter is dan gewenst. Bij slaapproblemen, depressie of pijn zijn medicijnen soms nuttig, maar vaak geen langetermijnoplossing. Vervelende bijwerkingen zoals sufheid blijven bestaan, terwijl de gewenste effecten afnemen. Zelf gebruikte ik voor rugpijn verschillende zware pijnstillers én een slaapmiddel. Dit hielp goed. Maar ermee stoppen was geen pretje. Ik had geen idee hoe ik moest afbouwen en lag wakker van de onttrekkingsverschijnselen – slapen gaat meestal extra moeilijk en je kunt last krijgen van hartkloppingen, hoofdpijn, zweten, rillingen, duizelingen, onrust, angst, en nachtmerries. Ook kun je prikkelbaar of somber worden. Ook ik kreeg dit soort klachten en gebruikte hierdoor de pijnstillers langer dan ik eigenlijk had gewild. Onttrekkingsverschijnselen worden soms onterecht als een terugkeer van de oorspronkelijke problemen gezien. Kortdurend gebruik wordt dan al snel langdurig.

Er is inmiddels een grote groep mensen die langdurig slaapmiddelen, antidepressiva of zware pijnstillers gebruikt. Bij antidepressiva gaat het bijvoorbeeld om ongeveer een miljoen Nederlanders en meer dan 200.000 Nederlanders gebruikten in 2017 langdurig zware pijnstillers. Zelfstandig afbouwen blijkt voor veel mensen een uitdaging. Uit onderzoek blijkt dat psychologische begeleiding kan helpen om antidepressivagebruik succesvol te stoppen. Je volgt dan een afbouwschema en voert gesprekken waarin je de onttrekkingsverschijnselen bespreekt. En geef je dan aan dat je (nog steeds) last hebt van slaapproblemen, pijn of somberheid? Dan kan de zorgverlener je daarbij helpen. Niet door medicijnen voor te schrijven, maar bijvoorbeeld met oefeningen uit de cognitieve gedragstherapie of mindfulness.

Tot nu toe is vooral onderzoek gedaan naar afbouwbegeleiding binnen de geestelijke gezondheidszorg. Er lijkt echter ook een rol weggelegd voor de – veel beter toegankelijke – huisartsenpraktijk, zeker gezien het grote aantal gebruikers. Bij het IVO onderzochten we daarom afbouwbegeleiding bij langdurig slaapmiddelengebruik door praktijkondersteuners huisarts geestelijke gezondheidszorg (POH’s-GGZ). Dit bleek een succesvolle aanpak. POH’s-GGZ moeten dan wel aanvullende scholing volgen en goed op de hoogte zijn van verwijs- en consultatiemogelijkheden, mocht er sprake zijn van ernstigere problematiek. Investeren in toegankelijke afbouwbegeleiding in de huisartsenpraktijk is zeker de moeite waard. Want als we naar de statistieken kijken, neemt de vraag naar dit soort hulp alleen maar verder toe.

Als zowel psycholoog als onderzoeker is dr. Tessa Magnée bijzonder geïnteresseerd in de werking en resultaten van de ggz, de eerstelijnszorg en de behandeling van chronisch zieken.