“Ze kunnen geen prioriteiten stellen.” “Zijn zij nou gek, of ik?” “Een stel profiterende schoften!” Twitter loog er niet om afgelopen week, na de eerste aflevering van ‘Waar doen ze het van?’. Dit EO-programma, waarin gezinnen laten zien waar ze van rondkomen, had blijkbaar veel verbazing en verontwaardiging gewekt bij kijkers. De familie De Vrind moet het namelijk met 300 euro per maand zien te rooien en geeft wekelijks ongeveer een derde van hun budget uit aan roken. En dat klopt niet volgens menig twitteraar.

Joke en Marco de Vrind leggen zelf uit in de aflevering waarom ze zoveel geld uitgeven aan roken. Ze willen wel stoppen, “maar zolang wij nog in deze stressvolle situatie zitten, is het ontzettend moeilijk”, aldus Marco. Deze verklaring komt op Twitter niet aan. Twittergebruikers vormen zelden een betrouwbare afspiegeling van de maatschappij, maar ze zijn niet de enigen. Het beeld van mensen die ‘gewoon’ maar door blijven roken, terwijl ze hun geld beter aan andere zaken kunnen besteden, is vrij hardnekkig. Sterker nog, een aantal jaar geleden had ik zelf waarschijnlijk ook hoofdschuddend naar de tv zitten kijken.

Inmiddels heb ik veel geleerd van mijn collega-onderzoekers bij IVO die zich bezighouden met mensen die een lage sociaaleconomische positie (SEP) hebben en roken. Zo weet ik dat vrijwel alle rokers met een laag inkomen wíllen stoppen, maar slechts een deel hierin slaagt. Allereerst wordt in hun sociale omgeving vaker gerookt, en wordt roken vaker als ‘normaal’ gezien. Mensen ervaren daardoor minder steun van hun omgeving als ze willen stoppen. Ook wordt er minder een beroep gedaan door mensen met een lagere SEP op de meer formele ondersteuning die beschikbaar is. Zij ervaren vaak een grotere afstand tot de organisaties die de zorg aanbieden, verwachten dat de ondersteuning hen niet zal helpen of maken zich zorgen over eventuele kosten.

Het belangrijkste is misschien nog wel de reden die Joke en Marco zelf al noemen; roken is voor mensen met een lagere SEP een manier om om te gaan met stressvolle omstandigheden, zoals financiële onzekerheid (maar ook slechte arbeidsomstandigheden en slechte huisvesting). Vanuit de hersen- en gedragswetenschappen weten we ook dat ongezonde stress het moeilijker maakt om te focussen, vol te houden en doelgericht bezig te zijn. Dit zijn juist vaardigheden die je nodig hebt bij het stoppen met roken. Laten we bovendien ook niet vergeten dat een verslaving niet simpelweg een kwestie van ‘de juiste prioriteiten stellen’ is.

Daarom kunnen twitteraars beter piekeren over hoe je goed aansluit bij de behoeften en belemmeringen van mensen met een lagere SEP bij het stoppen met roken. En welke ondersteuning er voor hen beschikbaar is. In het project Stoppen-met-rokeninterventies voor mensen met een lagere sociaaleconomische positie maken we alvast een overzicht van veelbelovende Nederlandse interventies die goed werken om deze groep mensen te helpen bij het stoppen met roken. Misschien moet men daar eens over twitteren.

Margriet Lenkens is afgestudeerd als forensisch orthopedagoog en als gezondheidswetenschapper. Ze doet momenteel promotieonderzoek naar de inzet van ervaringsdeskundigheid in de ondersteuning van personen met crimineel gedrag’. Daarbij combineert ze het liefst kwalitatieve en kwantitatieve methoden.