Iwan (fictieve naam), een Poolse man van midden dertig, kwam via een uitzendorganisatie naar Nederland om te werken. Zijn middelenverslaving – die al in Polen is ontstaan – zorgde ervoor dat hij een half jaar na de ingangsdatum van zijn arbeidsovereenkomst zijn werk niet meer kon volhouden. Nu leeft hij op straat, omdat zijn huurcontract was gekoppeld aan zijn arbeidsovereenkomst. Hij heeft vrijwel geen mogelijkheden om hier aan zijn verslaving te werken en een bestaan op te bouwen. Maar hij kan ook niet terugkeren naar Polen, vanwege beperkte financiële middelen. Het voelt alsof hij vastzit.

Iwan is één van de vele voorbeelden die wij bestuderen in ons onderzoek naar Midden- en Oost-Europese arbeidsmigranten in kwetsbare posities, die bijvoorbeeld dakloos zijn geraakt of met een verslaving kampen. Ik kan me goed voorstellen dat Nederland voor Iwan een logische bestemming leek, gezien onze groeiende economie, toenemend aantal banen en vraag naar intensieve laagbetaalde arbeid. Steeds vaker is in bepaalde sectoren een tekort aan medewerkers en worden er mensen uit een ander land ingezet; arbeidsmigranten – alhoewel ik zelf liever spreek over werknemers met een internationale achtergrond. Sterker nog, veel vitale sectoren zoals de logistieke- en distributiesector en land- en tuinbouw kunnen niet meer zonder hen.

De afgelopen tien jaar is het aantal mensen in Nederland met een Midden- en Oost-Europese migratieachtergrond meer dan verdubbeld. Het gaat dan met name om arbeidsmigranten uit Polen (zo’n 75 procent) en Roemenië (10 procent), hoofdzakelijk mannen van middelbare leeftijd. Uitzendbureaus bieden werk, huisvesting, vervoer en zorgverzekering vaak als een (op het oog aantrekkelijke) ‘package deal’ aan – alhoewel ik niet alle uitzendbureaus over één kam wil scheren. Maar als iemand plots zijn baan kwijtraakt, bijvoorbeeld vanwege een slechte gezondheid of de hoge targets die hij of zij niet waar kan maken, kan het kaartenhuis van de ene op de andere dag instorten. Bij zo’n package deal betekent baanverlies in eerste instantie verlies van het dak boven je hoofd. En het niet hebben van een woon- of briefadres ontzegt je de toegang tot passende zorg via een reguliere zorgverzekering. De situatie van Iwan illustreert dit – je staat dan letterlijk op straat.

Het is tijd dat de positie van Midden- en Oost-Europese arbeidsmigranten in kwetsbare posities drastisch verbetert. Er is inmiddels aardig wat bekend over de manier waarop dit kan, hintend op de vele aanbevelingen van de Commissie-Roemer en kijkend naar de voorlopige resultaten van ons eigen onderzoek. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het loskoppelen van het arbeidscontract en het huurcontract, zodat iemand die zijn of haar baan verliest, niet direct op straat belandt. Maar ook bijvoorbeeld de zekerheid van toegang tot medische zorg, ook als iemand zijn of haar baan heeft verloren en dus geen zorgverzekering meer heeft.

Vele verhalen, zoals die van Iwan, zijn bekend en we weten steeds beter wat er moet gebeuren. Dan rest er volgens mij nog één vraag: waar wachten we nog op?

Lisan Jansen Lorkeers is onderzoeker bij onderzoeksinstituut IVO en onderzoeker/projectleider bij Platform31.