De Verenigde Staten zijn in de greep van opiaten. Miljoenen Amerikanen zijn afhankelijk van deze pijnstillers en het aantal mensen dat sterft aan een overdosis is de afgelopen vijf jaar explosief gestegen. Eén van de meest geaccepteerde verklaringen hiervoor is dat artsen steeds vaker medicijnen met opiaten voorschrijven. Hoewel het risico op afhankelijkheid duidelijk is, beweerde de fabrikant van het inmiddels beruchte Oxycodon eerder het tegenovergestelde.
Ook in Nederland zijn er zorgen over hoe vaak pijnstillers worden voorgeschreven. Tessa Magnée, psycholoog en collega-onderzoeker bij IVO, constateerde dat een grote groep mensen in Nederland langdurig zware pijnstillers gebruikt en moeite heeft om zelfstandig af te bouwen. De Groene Amsterdammer spreekt bijvoorbeeld van een maatschappelijk probleem, dat weliswaar nóg geen Amerikaanse proporties bereikt: “De orthopeed die de pillen in eerste instantie voorschrijft, heeft geen idee dat hij de patiënt op een pad zet richting verslavingsarts.” RTL Nieuws zag dat patiënten die afhankelijk zijn van het medicijn Oxycodon inderdaad steeds meer naar de verslavingszorg worden verwezen. En minister Bruins van Medische Zorg en Sport wil het gebruik van zware pijnstillers als Oxycodon en Fentanyl terugdringen: “De situatie in de VS moet in Nederland voorkomen worden.”
Het valt mij op dat termen als langdurig gebruik, fysieke afhankelijkheid en verslaving makkelijk door elkaar worden gebruikt in alle media-aandacht. Ook wordt vaak direct de link met de VS gelegd. Alsof het voorschrijven van zware pijnstillers in Nederland een voorbode is op een drugscrisis zoals in de VS. Ik heb hier vraagtekens bij. Opiaatafhankelijke patiënten kun je namelijk niet zo makkelijk op één hoop gooien met de mensen die we gebruikelijk in de verslavingszorg zien. Voor mijn promotieonderzoek onderzoek ik mensen die in herstel zijn van problematisch gebruik van illegale middelen. Bij de meeste mensen is meer aan de hand dan alleen dat gebruik. Veel deelnemers noemen hun verslaving ‘een symptoom’ van een onderliggend probleem. Of in 12-stappen-taal: ‘Drugs en alcohol zijn niet mijn probleem, maar mijn oplossing.’ Dit is over het algemeen anders bij patiënten voor wie medicijnen wordt voorgeschreven voor een fysiek pijnprobleem. Hun startpunt is geen psychische of sociale problematiek, maar een lichamelijke klacht.
Hoe zit het dan met die drugscrisis in de VS? Daar gleden mensen toch de illegaliteit in na de voorgeschreven medicatie? Ja en nee. Volgens het National Institute on Drug Abuse begon 80 procent van de heroïnegebruikers met voorgeschreven opiaten. Maar volgens het National Survey on Drug Use and Health begon driekwart met opiaten die niet voor hen waren voorgeschreven, maar bijvoorbeeld voor een kennis, familielid of dealer. Dat niet-medisch gebruik vormt een veel groter risico voor verslavingsproblematiek. Denk aan jongeren die al illegale middelen gebruiken in een allesbehalve medische setting.
Deze Amerikaanse drugscrisis is alleen te begrijpen als we door een medische én sociale lens kijken. De VS is één van de meest economisch ongelijke landen ter wereld. De ingestorte American Dream, slechte arbeidsomstandigheden en het ontbreken van zorgvangnetten zorgen voor sociale stressfactoren en structurele ongelijkheid. Dat zit óók achter de drugscrisis, los van het enthousiast voorschrijven van medicatie. In Nederland kennen we die problemen niet in zulke extreme mate en hoeven we niet bang te zijn voor Amerikaanse toestanden. Wel moeten we erop letten dat we verslaving niet verkeerd begrijpen. Fysiek afhankelijke patiënten hebben andere ondersteuning nodig dan mensen met een ernstige verslaving. De focus op het middel en gebruik doet tekort aan de échte risicofactoren die spelen bij verslaving.
Thomas Martinelli is junior onderzoeker en promovendus bij het IVO. Hij is antropoloog en criminoloog, gespecialiseerd in kwalitatief veldonderzoek. Stigma en herstel bij (drugs)verslaving vormen de focus bij zijn promotieonderzoek Recovery Pathways.