Huisartsen verwijzen kinderen en jongeren relatief vaak door naar de specialistische jeugd-ggz. Dit zou komen door gewoontevorming in een domein met een rijk geschakeerd aanbod jeugdhulp. Ouders en kinderen krijgen (hierdoor) vaak te maken met lange wachttijden. Bovendien blijkt regelmatig dat, als de intake wordt gedaan, de problematiek ook met minder zware inzet kan worden behandeld. En/of dat er andere ook andere problematiek speelt die door het sociaal domein kan worden opgepakt. Een bredere blik aan het begin van het verwijstraject zou bijdragen aan een passender verwijzing en kortere wachttijden.

Het onderzoek

Om deze problemen voor te zijn, zette Youz (jeugd-ggz) samen met sociale- en ggz-partners een expertiseteam op dat huisartsen en poh-ggz kan ondersteunen bij het doen van een passende verwijzing. Een innovatiesubsidie maakte dit mogelijk. Het IVO voerde een procesevaluatie van deze werkwijze uit (gefinancierd door Kenniswerkplaats ST-RAW).

In dit kwalitatieve onderzoek brengen we de werkzame elementen en werkzame principes van de integrale samenwerking in kaart. Het onderzoek gaat in op effecten, maar kijkt daarbij in detail naar de werkprocessen en inzet van medewerkers op casusniveau, die minder makkelijk kwantitatief te meten zijn. De effecten worden niet gemeten, maar ingeschat op basis van een gestructureerd professioneel oordeel.

Conclusie

In de onderzoeksperiode (maart 2021 – december 2021) behandelde het Expertiseteam BAR gemeenten (Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk) 23 adviesaanvragen. In iets meer dan een derde van de gevallen luidde het advies basis-ggz (i.p.v. specialistische ggz). In de overige gevallen werd specialistische ggz geadviseerd, waarvan in de helft van de gevallen in combinatie met andere zorg. Ondanks deze positieve resultaten werd het aantal aangemelde casussen te weinig gevonden om te proberen deze werkwijze structureel in te voeren. Redenen voor de geringe instroom worden gezocht in de beperkte wervingsinspanning in een verzorgingsgebied waar huisartsenpraktijken weinig met elkaar zijn verbonden. De projectleiding bouwt de onderzochte werkwijze om naar een andere manier van huisartsen ondersteuning waarmee ook positieve resultaten zijn bereikt.