Achtergrond
Middelengebruik in de forensische GGZ is een gevoelig onderwerp. Middelen gebruiken is niet toegestaan, maar veel patiënten verlangen wel naar middelen. Middelengebruik, het verlangen ernaar en het verbieden ervan heeft invloed op de kwaliteit van leven, zowel voor het individu als voor medepatiënten op de afdeling. Straffen heeft volgens behandelaren weinig zin en toestaan is het andere uiterste. Sommige patiënten willen een volledig drugsvrije kliniek, terwijl andere vinden dat cannabisgebruik soms wel kan. Het is bovendien een heikele kwestie omdat de forensische zorg momenteel onder een vergrootglas ligt.
In dit project nemen we enkele aanbevelingen uit een studie naar de kwaliteit van leven in de forensische zorg (Schel e.a. 2017) als uitgangspunt. Deze studie stelt vraagtekens bij de reflex om vooral middelengebruik te straffen en adviseert om de nadruk te leggen op het belonen van abstinentie. Maatwerk is een andere aanbeveling; niet totaal verbieden, maar kijken naar individuele behoeften en mogelijkheden, rekening houdend met de risico’s.
Waar mogelijk sluiten we aan op een reeds lopend project naar Kwaliteit van Leven in de forensische zorg (begeleid door de Pompestichting).
Doelstelling
Het IVO onderzoekt het spanningsveld dat bestaat tussen het beleid rondom middelengebruik en het verbeteren van de kwaliteit van leven in de forensische GGZ. Dit zal resulteren in enkele producten die bruikbaar zijn voor het forensische veld om met dit spanningsveld adequaat om te gaan. De producten die worden opgeleverd zijn sprekende voorbeelden (vignetten) waarin dit spanningsveld helder naar voren komt. Een advies op afdelingsniveau en kliniekniveau: hoe kunnen we de stoornis in het middelengebruik behandelen én de kwaliteit van leven verbeteren? En een handelingsprotocol waarmee de werkvloer in veelvoorkomende gevallen uit de voeten kan.
Opzet
Om tot deze producten te komen, interviewen we diverse professionals in uiteenlopende forensische settings en beveiligingsniveaus. Op basis het verzamelde materiaal schrijven we concept producten (vignetten, advies en handelingsprotocol). Er wordt een Community of Practice (CoP) opgericht bestaande uit vertegenwoordigers van de deelnemende projectpartners. In een drietal bijeenkomsten worden de ontwikkelde producten tegen het licht gehouden en aangescherpt. Beoordelingscriteria zijn relevantie, acceptatie en uitvoerbaarheid.
Het handelingsprotocol wordt uitgetest bij twee projectpartners die op grond van dezelfde beoordelingscriteria: relevantie, acceptatie en uitvoerbaarheid het handelingsprotocol zullen beoordelen.
Looptijd
1 april 2019 – 31 mei 2021
Financier
Kwaliteitsnetwerk Forensische Zorg (KFZ)
Resultaten
Onderzoeksteam
Tactus Verslavingszorg (coördinatie, CoP en pilot)
IVO (onderzoek, CoP en pilot)
Transfore (CoP en pilot)
Van Mesdagkliniek (CoP)
NISPA (CoP)
Het Zwarte Gat (CoP)
Novadic-Kentron (advies)
Contact
Cas Barendregt
barendregt@ivo.nl
06 42 21 53 98