Het begrip herstel, vooral maatschappelijk herstel, wint in de verslavingszorg langzaam maar zeker terrein. Terecht denk ik, want herstel omvat meer dan afkicken, clean worden en stoppen met drinken. Om herstelkansen voor mensen met een verslaving zo groot mogelijk te maken helpt het als de omgeving daarop is ingesteld.

In het ZonMw project ‘Bouwstenen herstelinfrastructuur’ proberen we de verbinding tussen behandeling en maatschappelijk herstel te verbeteren. Waarom? Omdat het voor iemand in herstel lang niet altijd makkelijk is om tijdig op de juiste bestemming te arriveren. Denk bijvoorbeeld aan iemand met een beperkt sociaal vangnet, zonder stabiele huisvesting en werk. Het is dan een uitdaging om ondersteuning uit verschillende hulpbronnen soepel aan elkaar te verbinden, de herstelinfrastructuur.

Met behulp van beleids- en praktijkmensen uit Amsterdam, Nijmegen en Den Bosch onderzochten we waar de fricties zitten in die structuur. Er blijkt eigenlijk best veel goed te gaan. Er is inderdaad een (financierings)kloof tussen de zorgverzekering en Wmo die voor belemmeringen zorgt. Maar er is verbinding en cliënten worden geholpen. De handreiking die wij schrijven om managers en beleidsmakers te helpen de infrastructuur te verbeteren, voelt daarom als een open deur. Wat verbetert de samenwerking dat zij niet al weten?

Toch is er iets aan de hand. Want iedereen die wij spreken, of het nu is bij gemeente of verslavingszorg, beaamt dat de herstelinfrastructuur voor mensen met een verslaving rammelt en dat er verbetering nodig is. Maar het ei van Columbus? Dat hebben we nog niet gevonden. Misschien zijn de haperingen in de herstelinfrastructuur normale fricties van een systeem waarin mensen en organisaties met elkaar samenwerken. Gaat dat niet in elke organisatie zo?

Bij samenwerken binnen en tussen organisaties is het altijd zoeken naar optimale kaders en werkafspraken die ten dienste staan van de doelstelling. Wat daarom nodig is om de herstelinfrastructuur goed te laten functioneren is ‘vrije ruimte’. Een houding om flexibel met regels om te gaan als dat gunstig is voor het herstelproces. Doen wat nodig is, wanneer dat nodig is.

Voor de cliënt zelf is deze ruimte al vaker bepleit, maar tot nu toe minder voor hulpverleners in, met name, de ggz, waaronder de verslavingszorg. Een goed functionerende herstelinfrastructuur is gebaat bij vrije ruimte voor hulpverleners. Daar is geen radicale systeemwijziging voor nodig, wel een soepeler omgang met onze productiviteitsdwang en verantwoordingscultuur. Of is dat juist radicaal?

Cas Barendregt is senior onderzoeker bij het IVO. Hij is opgeleid als maatschappelijk werker en als socioloog en heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld tot een allround onderzoeker in het sociaal domein. Het liefst zoekt Cas bij het IVO het verhaal achter de cijfers.