Dakloosheid is de afgelopen jaren fors toegenomen. Ook in de gemeente Tilburg wordt een structurele toename van het aantal dakloze mensen gesignaleerd. Onderzoeksinstituut IVO verrichtte kwalitatief onderzoek naar aanknopingspunten om dakloosheid te voorkomen. De verhalen van 20 dakloze Tilburgers stonden centraal: wat gebeurde er in de jaren vóór hun dakloosheid? Was hun dakloosheid te voorkomen? ‘Niet snel om hulp vragen’ bleek een centraal thema in de verhalen van deze mensen. Dit vraagt om een proactieve en persoonlijke benadering van alle partijen die met mensen in kwetsbare situaties werken.

“Ik vertrouw mensen niet zo snel. Als iemand mij vraagt hoe het gaat, zal ik altijd wel ‘goed’ zeggen. Maar zij zien niet dat het écht niet goed gaat. Ik praat niet over mijn problemen”, zo vertelde een jonge dakloze vrouw uit ons onderzoek. We interviewden mensen die recent dakloos zijn geworden over wat volgens hen nodig was geweest om hun dakloosheid te voorkomen. Naast een betere beschikbaarheid van betaalbare woningen en zelf anders te hebben gehandeld, werd een meer proactieve of persoonlijke benadering van professionals vaak genoemd. Juist bij mensen die niet gemakkelijk om hulp vragen zijn bejegenings- en benaderingsaspecten belangrijk. Voor alle professionals die met mensen in kwetsbare situaties werken, zowel in de zorg als in het sociaal domein, geldt dat zij moeten investeren in de relatie en het winnen van vertrouwen. Dit vraagt om tijd en ruimte om die investering te kunnen doen, ook bij de ‘toegangspoorten’ van het sociaal domein. Als een cliënt daar al afhaakt, kan dat voor een opstapeling van problemen zorgen. Ervaringsdeskundigen kunnen professionals in het sociaal domein op dit soort aspecten bijstaan of bijscholen.

Niet de eerste keer dakloos

Een deel van de dakloze mensen die we interviewden, was niet voor de eerste keer dakloos. Het is mogelijk dat zij te vroeg zijn losgelaten door hulpverlening. Ook wanneer het beter gaat met een cliënt, is er kans op terugval. Het is belangrijk contact te houden en zorg te bieden wanneer nodig. Stabiele hulpverlening zonder veel wisselingen of onderbrekingen is juist van groot belang bij mensen die niet snel om hulp vragen of moeite hebben om mensen te vertrouwen. Voor mensen met psychiatrische problematiek kan begeleiding vanuit een Flexible Assertive Community Treatment team (FACT-team) passend zijn. Het is een erkende vorm van zorg die voldoende beschikbaar moet zijn.

Een rol voor huisarts en praktijkondersteuner ggz

Dakloosheid voorkomen begint bij het behouden van een huis, maar de mensen die wij spraken, hadden daarbij wel ondersteuning nodig. Veel van hen kampten met psychische problemen. In de interviews hoorden we dat de huisarts vaak een van de weinige professionals was waarmee respondenten in de periode voor hun dakloosheid nog contact hadden. Hier ligt dan ook een belangrijk aanknopingspunt voor preventie. In bijna alle huisartsenprakijken werkt een praktijkondersteuner geestelijke gezondheidszorg (POH-GGZ). POH’s-GGZ hebben meer tijd dan huisartsen en kunnen door hun laagdrempelige karakter een rol spelen bij het begeleiden of doorverwijzen naar passende hulp.

Preventie van dakloosheid begint in de kindertijd

De psychische problemen waarmee veel respondenten te maken hadden, startten vaak al in hun jeugd. Veel volwassenen en jongeren die dakloos zijn, hebben in hun kindertijd schadelijke ervaringen opgedaan die nu nog grote impact hebben. Om dakloosheid op de lange termijn te voorkomen, is het belangrijk dat stevig wordt geïnvesteerd in de preventie van psychische problemen bij kinderen en jongvolwassenen.

Meer weten?

Lees het onderzoeksrapport (pdf, 471 kB)
Bekijk de factsheet (pdf, 124 kB)